Faustus doceert in Erfurt de klassieke talen en draagt van Homerus de Ilias en de Odyssee voor. Voor zijn studenten tovert hij de personages tevoorschijn. Zijn jonge toehoorders zijn erg onder de indruk.
Een praatziek persoon zegt uiteindelijk tegen Aristoteles: 'Meneer, ik heb u met mijn lange uiteenzetting verveeld.' Waarop Aristoteles zegt: 'Och welnee, want ik heb geen woord gehoord van wat u gezegd hebt.'
Iemand vraagt een ander waarom er zoveel gesproken wordt over de dichters uit de Oudheid. Hij heeft nog nooit absurdere metaforen gehoord dan bij Vergilius. Leeft Vergilius eigenlijk nog en verbruikt hij onze lucht? De ander antwoordt dat hij een…