Een man vertelt over de kris die bij zijn oom aan de muur hingen. Zijn moeder en oom vertellen niks over de kris. Van zijn tante hoort hij dat er geesten in zouden zitten.
Een schaatsende Poep weet niet wat te doen bij een bijt. Hij begrijpt niet dat de raad om te krissen betekent dat hij moet remmen, en rijdt de bijt in.