Als je kruiselings in de voetsporen van een vrouw liep (dus met je linkervoet op de afdruk van haar rechtervoet en met je rechtervoet op de afdruk van haar linkervoet) en de vrouw keek om, dan was ze een heks.
Heksen konden een woning niet verlaten…
Om een heks te herkennen, moest men zijn voeten kruiselings op haar voetspoor zetten. Wanneer de betreffende vrouw een heks was, zou ze omkijken. Daarna moest men onmiddellijk verdergaan, want anders was men in de macht van de heks.
Twee vrouwen die op een avond terugkwamen van Zammel, werden gevolgd door een vreemd licht. De vrouwen renden naar huis zo snel ze konden. Toen de vrouwen achteromkeken, zagen ze het licht naar beneden slaan.
Een vrouw die 's avonds terugkwam van Bulskamp, zag iedere keer wanneer ze achteromkeek, een grote hond met een ketting vóór zich staan. Dat was de waternekker.