Een koning houdt veel van toneel en bezoekt een klucht. Het is echter een parodie op hem en hij komt daar pas achter wanneer een geheim van hem in het toneelstuk uitgesproken wordt. Hij maakt onmiddellijk een eind aan de voorstelling.
Drie Duitsers vragen aan Jan Tamboer of hij een bruiloftsgedicht voor hen kan schrijven. Hij ontvangt voor het lange gedicht vier dukaten, maar de Duitsers hebben niet door dat het een humoristisch gedicht is.
In een toneelstuk moet het been van één van de toneelspelers afgezet worden. Een week later moet het been van dezelfde man daadwerkelijk geamputeerd worden.
Tijdens een toneelstuk of opera valt iemand dood. Dit is onderdeel van het stuk, of het past er goed in. De acteur of zanger sterft echt, maar niemand heeft dat in de gaten.
Vraag: 'Zeg eens, die Hamlet en Ophelia, hebben die het nu eigenlijk met elkaar gedaan?'
Antwoord: 'Nou, de Hamlets en Ophelia's die ik gekend heb allemaal wel.'