Wanneer er vroeger iemand werd opgehangen op Siemkesheuvel, dan gingen alle schoolkinderen kijken. De schout die voorop liep, had een bezem in de hand. Dat was een symbolisch gebaar voor de wil om het galgenaas 'weg te vegen'.
Een winkelierster kreeg vaak bezoek van een vrouw over wie men vertelde dat het een heks was. Op een dag besloot men wat zout onder de stoel van de vermeende heks te strooien. Na een kwartier zei de heks wel drie keer: "Ik ga naar huis, want er komt…
Boer die een vis in een greppel vindt, vertrekt van zijn boerderij. Een andere boer vertrekt niet. Bij een overstroming worden beide boerderijen weggevaagd, boer en zijn gezin die niet zijn vertrokken, zijn verdronken.