Nolleke V.G. was de leider van een dievenbende. Op een dag had de bende ergens een dreigbrief gelegd, waarin een bepaalde som geld werd geëist. Als de mensen weigerden het geld te geven, dan zou hun huis in brand worden gestoken. De mensen legden…
De mensen vertelden dat de alvermannetjes op de Galgenberg woonden. Vroeger stond daar een galg waaraan misdadigers werden opgehangen op bevel van de drossaard. De alvermannetjes kwamen vaak eten vragen aan de boeren op de Voort. Wanneer de boeren…
Vóór de oorlog woonden in Zandvoorde twee Spaanse edelheren. De ene heette De Pineranda en de andere Bezot. Toen Bezot op een dag terugkwam van de jacht, vond hij zijn huis niet meer. De jachtwachter sprak tot de man: "Dat is je straf. Weet je nog…
Aan de Bolkesgalg op de Oude Baan heeft men vroeger veel mensen opgehangen. Toen er een man werd opgehangen, vlogen er allemaal zwarte kevers rond zijn lichaam.
In 1970 bestonden er nog steeds bokkenrijders in Maasmechelen. Die rovers vlogen met een bok over de Maas. In Maasmechelen stond een galg waaraan de bokkenrijders werden opgehangen.
Toen ze een jonge bokkerijder hadden opgepakt, kwamen ze van hem te weten dat de roversbende werd geleid door Nolleke V.G.. Wanneer Nolleke V.G. bij de galg stond, was er een pastoor die hem de kans gaf om zich te bekeren. Daarop zei Nolleke echter:…
Toen bokkerijder David in Munsterbilzen werd opgehangen, sprak een pater tot de veroordeelde: "David, David, bekeer je toch want er zweven meer duivels rond je hoofd dan je haren hebt!" Daarop antwoordde de bokkerijder: "Och, ik zal het er toch maar…
In de buurt van Kessenich en Maaseik was een roversbende actief. Op een dag slaagde de drossaard erin de bendeleden op te pakken en hen te laten ophangen op de Galgenheuvel. Toen Jan O. als laatste werd opgehangen, zei hij: "Al mijn vrienden zijn…
Op het Hobos, waar de drossaard had gewoond, stonden nog veel galgen waaraan onschuldige mensen waren opgehangen. Het spook van de drossaard was verbannen naar een brug tussen Kerkhoven en 't Kamp. Een meisje dat over de brug wandelde, hoorde…
Nolleke van G., de kapitein van de bokkenrijders, bezat een kleine herberg in Hasselt. Al wie lid wilde worden van de bokkenrijders, moest met bloed zijn handtekening zetten. Een meisje was verloofd met een jongeman die stiekem lid was van de…
Op Siemkesheuvel werd een bokkenrijder opgehangen, die zijn pijp nog in de mond had. Toen de strop plots brak, ging de bokkenrijder snel zijn pijp oprapen en zei: "Verdomme, met zulk geklungel zou mijn pijp nog uitgaan!"
Aan de galg werd een man opgehangen, die men Boon-Pee noemde, omdat de man altijd graag bonen had gegeten. De dag nadat men Boon-Pee had opgehangen, was in het veld een boer aan het maaien. Toen de boer 's middags zijn bonensoep at, zei hij:…
F., de leider van de bokkenrijders, ging altijd kijken wanneer er iemand werd opgehangen. Op zekere dag werd F. zelf ook opgepakt, hoewel hij beweerde onschuldig te zijn. Op de pijnbank bekende F. schuld, maar daarna ontkende hij weer. De man…