Een oude schipper zeilt met zijn vrouw. De man zegt dat de wind langzaam ruimt. De vrouw antwoordt dat de mast dan te kort is. Zij vat het woord 'omheech gaan' letterlijk op.
Als het hard stormt, valt een boom in de wei. Sterke Hearke moet er langs als hij met paard en wagen aan komt rijden. Hij tilt in zijn eentje de boom uit de wei.
Een man gaat op zee vissen en wordt zeeziek. Als hij overgeeft, verliest hij zijn bovengebit. Enige tijd later vangt een andere man een grote vis. In de maag van de vis zit een bovengebit. Het gebit blijkt de eerstgenoemde man te passen: het is zijn…
Een man gaat op zee vissen en wordt zeeziek. Als hij overgeeft, verliest hij zijn bovengebit. Enige tijd later vangt een andere man een grote vis. In de maag van de vis zit een bovengebit. Het gebit blijkt de eerstgenoemde man te passen: het is zijn…