Op een boerderij in Noorderwijk spookte het om middernacht. De kippen zaten niet meer op hun stok. De boerenkar verplaatste zich naar die stok en begon er te dansen. Als er iets fout liep in een stal, dan schreef men het onheil toe aan de kwade hand…
Vroeger zag men 's avonds in de buurt van moerassen vaak glimwormpjes die in de vorm van een bol bij elkaar zaten. Soms bewogen de glimwormpjes zich door het bos van het ene moeras naar het andere of vlogen ze wel tien of vijftien meter hoog. De…
Een schoenmaker moest bij een dode gaan waken. Omdat de man veel werk had, vroeg hij of hij ondertussen zijn werk mocht doen. De familie stemde toe. Iemand die de schoenmaker een poets wilde bakken, was onder het laken van de dode gekropen. Toen…
Een boerin reed 's avonds met een kruiwagen naar de boerderij. Plots werd de boerin echter zo moe dat ze niets meer kon doen. Ze ging op de grond zitten en zag dat de kruiwagen vanzelf voortreed tot bij de boerderij.
In Geluwe woonde een man die 's avonds bij maneschijn voorbij een elzenhaag liep. Op een dag zag de man in die haag een kop met ogen als vuurbollen die de hele tijd heen en weer bewogen. Zulke spokerij had de man nog nooit eerder gezien.
In een boom op het kerkhof zag men altijd een lichtje heen en weer bewegen, zodat de mensen geloofden dat het er spookte. Op een avond kroop er een tweede grapjas in de boom, wat hoger dan de eerste. Toen de eerste het vreemde licht zag, viel hij…
Bij mistig weer verschenen er dwaaslichten boven de moerassen. Dat waren lichtjes die iets groter waren dan een kaars en heen en weer bewogen. Dwaaslichtjes deden alleen kwaad als men ze niet met rust liet.
De mensen meenden dat ze de sjoofet hadden gezien toen in het donker een vuur bewoog. Later bleek dat het de bakker was die 's nachts van Hees naar Rosmeer trok.
Een garnaalvisser haalde zijn korf uit de stal en hing die op zijn rug. Toen de man iets in de korf voelde bewegen, geloofde hij dat het de eeuwige kruwer was en hij gooide de korf snel weer op de grond. Er bleek een konijn in de korf te zitten.
Terwijl zijn moeder naar de mis was, las een jongen stiekem in de toverboeken die hij in huis had gevonden. Een later begonnen de stoelen en tafels te dansen, waardoor de jongen verschrikt naar buiten liep.
Een paardenknecht had op de zolder het toverboek van een Duitse schaper gevonden. De knecht begon in het boek te lezen zonder te weten wat de teksten betekenden. Toen de knecht naar beneden ging, zat de keuken vol zwarte vogels en wankelde de tafel.…
Een jongen die door de maar werd bereden, zag in zijn droom een groot water met daarrond allemaal gedrochten die hem in het water wilden sleuren. De jongen kon niet vluchten, want zijn bloed stond stil.
In de Grimmingenstraat stond een boom die bewoog en daardoor lawaai maakte. Wanneer de mensen die geluiden hoorden, geloofden ze dat het toveressenmuziek was.
In Meulebeke woonden twee boeren naast elkaar. De moeder van één van de boeren werd ervan verdacht een tovenares te zijn. Een vrouw die bij de tovenares op bezoek was geweest, zat de volgende dag vol vlooien.
Een vrouw die op een windstille nacht…
Wie door de mare werd bereden, had het gevoel dat er iets op hem lag en kon niet meer praten of bewegen. Slachtoffers van de mare waren helemaal verstijfd. Wie zichzelf tegen de maar wilde beschermen, moest zijn schoenen omgekeerd naast zijn bed…
Een man was 's avonds laat nog onderweg toen het verschrikkelijk begon te onweren. Toen de man voorbij een café kwam, bood de cafébazin hem onderdak aan. De man bleef in het café slapen. Het bed waarin de man sliep, bewoog de hele nacht op en neer…