Faustus beklaagt nogmaals zijn lot. Dat hij zal sterven op een manier die nog niemand heeft ondergaan. Hij beklaagt wederom zijn vrije wil, zijn vermetelheid en zijn wellust. Wie kan hem nu nog verlossen?
Tegen de avond (tussen drie en vuur) verschijnt de vliegende geest opnieuw, die hem aanbiedt in alles gehoorzaam te zijn. Hieraan zijn echter wel een aantal voorwaarden verbonden: Faustus zal het eigendom van deze geest zijn; hij zal het contract…