In de buurt van Pier J. verbleef vroeger de ridderorde van Malta. Men kon nooit weten waar die ridders naartoe gingen, want elke dag besloegen ze hun paarden op een andere manier.
Een weduwe die twee zonen had, stelde vast dat één van haar zonen graatmager werd, terwijl de andere er heel normaal uitzag. De magere zoon lag 's nachts altijd te zweten en te zuchten in zijn bed. Op een nacht wisselden de twee zonen van bed. De…
Een man die een nieuw paard had gekocht, ging voor hoefijzers naar een smid uit het dorp. Toen de man terugkwam met het beslagen paard, kwam hij een buurman tegen, die zelf ook als smid werkte en zei: "Waarom ben je nu naar die andere smid geweest?"…
De bokkenrijders waren rovers die rondreden met een grote zijden hoed op hun hoofd. De rovers verbleven in onderaardse gangen in Gestel. De bokkenrijders waren moeilijk te volgen omdat ze hun paarden achterstevoren besloegen.
Twee paardenknechten werden tijdens hun eerste nacht op een boerderij vermoord door de boerin. De derde knecht die daar in dienst kwam, ging niet slapen, maar bleef op de rand van zijn bed zitten lezen. Plots zag de knecht een paard zonder kop…
De bokkenrijders uit Wellen waren rovers die met het kwaad omgingen en die een bok vereerden, vandaar hun naam. De bokkenrijders gingen op een ton zitten en zeiden dan: "Over heggen en hagen tot in de wijnkelder van Heers." Op een dag had een man…
De bokkenrijders die op Oversteen vertoefden, reden vaak naar de Meerhoutse hoef. De rovers besloegen hun paarden achterstevoren, zodat het moeilijk was om te weten te komen waar ze naartoe waren gereden.
In het klooster van Kelchterhoef woonden paters die het klooster stiekem via onderaardse gangen verlieten. Die paters hadden hun paarden achterstevoren beslagen.
De alvermannetjes verbleven op het Hooghuis. Men vertelde dat de alvermannetjes hun paarden achterstevoren besloegen opdat de mensen niet zouden weten waar ze naartoe gingen.
Een jongen die in de macht van een heks was, werd 's avonds beslagen zodat hij kon dienst doen als paard. Toen de broer van de jongen dat had ontdekt, besloot hij een bezem in het bed te leggen. Die nacht moest de heks zelf in het bed gaan liggen…
De bokkenrijders trokken er 's nachts op uit om te stelen. In Lauw hadden de rovers onderaardse gangen die tot in Maastricht liepen, en die de 'Hinderkuilen' werden genoemd. Omdat ze hun paarden achterstevoren hadden beslagen, wist men nooit waar…
In Mopertingen stond een kasteel dat 'de Blankaart' werd genoemd. Kasteel het Jonckhof lag tussen Munsterbilzen en Hoelbeek. De Tempeliers die in die kastelen woonden, gaven feestjes onder de grond. Ze hadden hun paarden achterstevoren beslagen. …
Op een boerderij in Sijsele werd een knecht door de maar bereden. De jongen moest heel de nacht werken als een paard, waardoor hij 's ochtends doodmoe was. Na een tijdje werd de jongen graatmager van uitputting. Op een nacht ging de jongen met het…
Twee knechten werkten op een boerderij, waar ze in de paardenstal sliepen. De ene knecht at heel veel, maar bleef graatmager. De andere knecht at haast niets, maar was enorm zwaarlijvig. Op een dag sprak de dikke knecht tot de magere: "Hoe komt dat…
De bokkenrijders uit Wellen besloegen hun paarden achterstevoren opdat men niet zou weten waar de roversbende naartoe was gereden. Zelfs dokters en notarissen waren lid van de bende.
In de Burchtstraat in Zichen-Zussen-Bolder stond vroeger een burcht waarin ridders woonden, die hun paarden achterstevoren besloegen. 's Nachts gingen die ridders stelen in Maastricht. De torens van de burcht werden afgebroken in de achttiende…
De bokkenrijders verbleven in een kasteeltje. Wanneer de rovers er op uit trokken, besloegen ze hun paarden achterstevoren. Als de bokkenrijders iets propers kwamen lenen, brachten ze dat vuil terug. Als ze iets vuils kwamen lenen, brachten ze dat…
Een boer kon om een onbekende reden geen enkele knecht in dienst houden. Toen de boer weer eens een nieuwe knecht had aangeworven, ging de jongeman op de zolder slapen. De boerin, een heks die zich in een ezel kon veranderen, trok 's nachts naar de…
Vrouwen die op een afgelegen plaats buiten het dorp woonden, werden vaak aanzien als heksen. Een heks kon een paard betoveren door haar hand op de rug van het dier te leggen. Op een dag kwam een man bij de smid in Lauw zijn paard laten beslaan. …
De Tempeliers hadden hun paarden achterstevoren beslagen opdat niemand zou weten waar ze naartoe waren gereden. Wanneer de Tempeliers thuiskwamen, ging de poort vanzelf open. Op een dag zijn alle Tempeliers vóór de poort verongelukt.
Er waren rovers die van de Ossestal langs de boerenschuur naar Oversteen trokken. Men kon nooit weten waar de rovers naartoe waren gereden, want ze lieten hun paarden achterstevoren beslagen.