De alvermannetjes woonden in kelders onder de stadswallen van Bree. Wanneer de alvermannetjes merkten dat ze door iemand bespied werden, dan bliezen ze die persoon een oog uit.
De alvermannetjes woonden vroeger in de wallen van Stokkem. Soms zetten de vrouwen 's avonds hun vuile potten en pannen buiten. De dwergjes kwamen 's nachts alles afwassen.
Niemand durfde 's avonds langs de wal rond het kasteel te lopen. Van ver hoorde men daar immers de waterduivel brullen en tieren. Hij droeg een ketting rond zijn nek, waarmee hij over de grond sleepte.
Vroeger woonden er alvermannetjes in de buurt van de stadswallen van Bree. Rondom de stadswallen was toen een brede gracht waar de alvermannetjes altijd kikkers gingen vangen, die ze opaten. De buurtbewoners konden dan niet slapen door het…
Eeen vrouw ging iedere ochtend naar de mis. Om de kerk te bereiken, moest de vrouw langs de wal wandelen. Iedere ochtend werd de vrouw in het water gegooid, zodat ze niet naar de mis kon gaan.
In de wallen zaten waterduivels die de mensen bang maakten. In werkelijkheid waren het grapjassen die met water gooiden of die kaarsen met uitgeholde rapen in het midden van de weg hadden gezet.
Een boer die een paard had verkocht, ging in een herberg een glas bier drinken. Omdat de man 's avonds nog niet terug was, zond de boerin de paardenknecht op weg om de boer te zoeken. In de herberg vernam de knecht dat de boer daar was geweest, maar…
In een kelder stond een koffer waarop een groot beest zat. Niemand durfde in de buurt van die koffer te komen. 's Nachts kwamen de ridderheren (Tempeliers) in koetsen aangereden. Ze waren in goud en zilver gekleed en ze verdwenen om klokslag…
Achter de Koekoeksbeek zat een waterduivel met een ketting rond zijn nek. Bij de 'pastersen wal' (?) sprong de waterduivel uit de haag. Het was altijd dezelfde waterduivel die langs de duiker van de ene kant naar de andere liep.
De Elzenwal bij het Kriekbusch op de weg van Kemmel naar Voormezele werd ook wel 'mozewalle' genoemd omdat men geloofde dat die wal geen bodem had. Op een avond kwam een men terug van het veld waar hij witloof was gaan schoonmaken. Bij de wal zag de…
Op een boerderij werkte een meid die eenvoudig van geest was. Op een nacht sprong de meid uit haar bed en riep dat de boerderij in brand stond. Ze beweerde dat ze door de vlammen heen naar de deur van haar kamer had moeten lopen. De andere bewoners…
In de wallen rond boerenhoven en kastelen zaten waterduivels. Wat dat precies was, wisten de mensen niet, omdat ze nog nooit een waterduivel hadden gezien.
Een man die in een wal een kalf had horen loeien, trok wel een half uur aan het dier om het te bevrijden. Toen het kalf eindelijk op de oever lag, veranderde het in een bos riet. Het was de waterduivel die de man had bedrogen.
Rondom de stadswallen van Bree was vroeger een brede gracht. In de buurt van de stadswallen woonden de alvermannetjes. Het waren vreemde wezentjes, die soms leren schoenlappen aten. Vaak gingen de alvermannetjes bij de mensen eten stelen, maar geld…
Een man uit Beernem wandelde samen met een vriend tot bij de Battewallen van de spoorweg. In die buurt stond een waterput waarin de waterduivel zat. De man maakte een kruisteken om zich tegen de waterduivel te beschermen. Zijn vriend was echter…
In Bree hadden de alvermannetjes kelders onder de stadswallen. D. had de gewoonte om de zomer in Duitsland door te brengen. De alvermannetjes kwamen dan bij D. een kookpot lenen, die ze na gebruik mooi opgepoetst terugbrachten.
In Eelvelde was een wal die wel honderd meter lang en drie meter breed was. Wie in het donker naar huis ging, kon Osschaart bij die wal in het water zien springen.
Een koster, een secretaris en een burgemeester waren lid van de bokkenrijders. Wanneer ze vertrokken op één van hun rooftochten, kropen de bokkenrijders onder de wal door, waar later de Ursulinnen zich hebben gevestigd.
Op een boerderij in Heule waren zeven koeien ziek geworden, waardoor de dieren geen melk meer gaven. De boer ging te rade bij de paters Passionisten in Kortrijk. De volgende dag kwamen de paters naar de boerderij en zeiden: "Je moet alle luchtgaten…
De alvermannetjes leefden vroeger in de buurt van de stadswallen van Bree. In een bos in Solt bij Neeroeteren hadden de alvermannetjes onderaardse gangen gegraven. 's Nachts gingen de alvermannetjes het werk van de mensen doen in ruil voor voedsel. …
Op een zaterdagochtend ging een vrouw gras snijden voor haar dieren. Plots zag de vrouw dat er een man met hangend hoofd over de wal liep, die beige kleding droeg. Terwijl de vrouw gras aan het snijden was, hoorde ze stemmetjes. Wanneer de vrouw naar…
Een vrouw werd aan de praat gehouden door een babbelzieke vriendin. Omdat haar man en haar zoon ongerust waren, gingen ze de vrouw halen. Toen het drietal op de terugweg bij het kasteel in Diesveld kwam, verscheen daar een groot grijs paard zonder…