Vroeger gebeurde het vaak dat jonge kerels een kaars in een uitgeholde raap zetten, en die raap op een stok vastmaakten. Wanneer zo'n stok op de hoek van een straat werd gezet, geloofden de mensen vaak dat ze een stallicht zagen.
Soms zag men op de garelen in de paardenstal een lichtje. Dat was een stallicht.
Er waren ook mensen die zelf stallichten maakten door een kaars in een uitgeholde biet te zetten.
Een meisje dat op een avond in de verte een licht zag, vroeg aan haar broer wat dat zou kunnen zijn. Daarop antwoordde de broer: "Wel, wat dat ook is, ik ga een kijkje nemen" en hij liep naar het stallicht toe. Zo ontdekte hij dat het licht afkomstig…
Er wordt verteld dat in het Zwart Ven, bij Rijsbergen, veel stalkaarsen zweefden. Een boer heeft op een nacht een hele groep moeten dopen. Sinds de moerassige heide tot een weiland is gemaakt ziet men er geen stalkaarsen meer.