Een man die ter gelegenheid van de kermis in de 'Bellevue' accordeon was gaan spelen, zag op de terugweg op het kerkhof van Brugge een lichtje branden. Toen de man onbevreesd ging kijken, zag hij dat het een uitgeholde raap was, waarin iemand een…
Vroeger liep men vaak heen en weer met een uitgeholde biet waarin men een kaars had gezet. Als mensen iemand een lucifer zagen aansteken, geloofden ze soms al dat ze een stalkaars hadden gezien.
In de wallen zaten waterduivels die de mensen bang maakten. In werkelijkheid waren het grapjassen die met water gooiden of die kaarsen met uitgeholde rapen in het midden van de weg hadden gezet.
Vroeger maakte men soms stalkaarsen door een kaars in een uitgeholde biet te zetten. Met dergelijke kaarsen probeerde men late wandelaars bang te maken.
Op weggetjes waar weinig volk kwam, zette men soms stalkaarsen. Dat waren uitgeholde bieten waarin men een kaars had gezet om de mensen bang te maken. Bij het kasteel in de Daelestraat had men bijvoorbeeld zo'n kaars gezet.
Vroeger zette men vaak kaarsen in uitgeholde bieten om de mensen bang te maken. Ook gebeurde het soms dat men een koordje aan een poort bond, zodat men dat poortje kon doen opengaan, wanneer er iemand voorbijkwam.
Met Allerheiligen gebeurde het vaak dat kinderen op het kerkhof kaarsen gingen stelen en die in een uitgeholde raap of biet zetten. Wanneer de mensen dat zagen, dachten ze dat het een spokende geest was.