Een man die ter gelegenheid van de kermis in de 'Bellevue' accordeon was gaan spelen, zag op de terugweg op het kerkhof van Brugge een lichtje branden. Toen de man onbevreesd ging kijken, zag hij dat het een uitgeholde raap was, waarin iemand een…
Een schoenmaker moest bij een dode gaan waken. Omdat de man veel werk had, vroeg hij of hij ondertussen zijn werk mocht doen. De familie stemde toe. Iemand die de schoenmaker een poets wilde bakken, was onder het laken van de dode gekropen. Toen…
Twee knechten hadden een laken over zich heen gehangen en een ketting aan het hek vastgemaakt. Toen de boerin terugkwam van de winkel, waar ze een hoed was gaan kopen, schreeuwde ze: "Moord!" Ze dacht immers dat ze twee echte spoken zag. De twee…
Een meisje wiens vader gestorven was, ging vaak naar haar moeder, die in de Kwartel woonde. Onderweg probeerden enkele sterke mannen het meisje altijd bang te maken, maar het kind was veel te zelfzeker om zich bang te laten maken.
Een man die 's avonds altijd ging kaarten, had de gewoonte om langs het kerkhof naar huis te gaan. Wanneer de man tussen elf en twaalf uur voorbij het beeld van Onze Lieve Heer kwam, zei hij altijd: "Goedenavond, Onze Lieve Heer". Op een avond…
Vroeger maakte men een doodkaars met een suikerbiet die men met een een touw aan een tak vastbond. In de Hoge Noene op de weg naar Herzele heeft lange tijd een doodkaars rondgezweefd.
Een vrouw die enkele mannen bang wilde maken, verborg zich in de Haagweg met een laken over haar hoofd. Een man die terugkwam van een bezoek aan zijn ouders, zag de vrouw met het laken uit de haag springen en zei: "Ik zal eens spoken!" en hij gaf de…
Een visser die beweerde dat hij nergens bang voor was, moest op een nacht na twaalf uur de wacht houden op het schip. De andere bemanningsleden besloten de dappere visser een poets te bakken. Met een paar kledingstukken die ze ergens aan vastmaakten,…
In een boom op het kerkhof zag men altijd een lichtje heen en weer bewegen, zodat de mensen geloofden dat het er spookte. Op een avond kroop er een tweede grapjas in de boom, wat hoger dan de eerste. Toen de eerste het vreemde licht zag, viel hij…
Een man die 's avonds in Maaseik toneellessen gaf, moest op de weg naar huis altijd de weerwolf dragen. Later is gebleken dat het zijn leerlingen waren, die hem bang wilden maken.
Op het strand van Blankenberge was een lijk met lederen laarzen aangespoeld. De man die het lijk had gevonden, trok de laarzen uit en nam ze mee. Een tweede man die dat had gezien, wilde de laarzen per se voor zichzelf hebben. 's Avonds ging de…
Een jongen had een koeienvel over zich heen getrokken om een koewachter die terugkwam van de winkel, bang te maken. Toen de koewachter de angstaanjagende verschijning zag, sloeg hij met een stok tussen de horens van de koe. De grapjas was dood.
Twee mannen kwamen in het donker terug van hun werk. Een grapjas had zich verborgen in het riet en een andere was op de weg gaan liggen. Toen die twee mannen op die plaats kwamen en een geplons in het water hoorden, struikelde ze over de man die op…
Op de Meigemheide woonde een oude man. Bij de avondschemering ging die man altjd wat dorsen. Op een dag waren enkele kinderen met een emmer tarwe op de hooizolder gekropen. Toen de man met zijn vlegel begon te dorsen, strooiden de kinderen tarwe uit…
Soms moest men Kludde dragen. Kludde was iemand die een ketting bij zich droeg en voorbijgangers op de rug sprong. Sinds de toverboeken overal zijn opgehaald, zijn dergelijke praktijken sterk verminderd.
In een holle weg in Klein-Gelmen liep 's avonds een grapjas rond met een laken over zijn hoofd om de mensen bang te maken. Op een dag werd de man door iemand doodgeslagen. Daarna heeft men op die plaats een kruis gezet.