Zestig jaar geleden kwam verteller in een donkere, stormachtige nacht een persoon tegen die midden op de weg stond. De gedaante droeg een wijde cape waar wel vier mensen in pasten. Op de groet kwam geen antwoord. Drie uur later was de gedaante…
Twee mannen gaan van Jistrum terug naar Kollumersweach [Kollumerzwaag]. Als ze op weg zijn, voegt een vrouwtje zich bij hen. Ze slaat later een laantje in en de mannen zien dat ze zweeft. Ze zijn bang.