Een boerenzoon is te lui om met zijn vader het land te bewerken en wil alleen maar jagen. Zelfs als de vader op zijn sterfbed ligt gaat de zoon op jacht, zonder gehoor te geven aan de laatste wens van zijn vader die afscheid wil nemen van zijn zoon.…
Het vee van een boer gaat dood. Hij is hierover zo boos, dat hij naar de hemel schiet met een jachtgeweer. God straft hem: hij moet nu eeuwig jagen als Derk met den Beer. Op kerstavond waart hij overal rond.