Mensen die door de maal werden bereden, zagen 's nachts in hun droom een bliksemschicht waarin ze een persoon zagen verschijnen. Vervolgens voelde men de handen van die persoon op de keel, zodat het moeilijk werd om te ademen. Wie door de maal was…
Elzenhout dat door de maar was bereden, had jonge scheuten die helemaal plat waren en waarop kleine vlekjes te zien waren. Veel mensen hingen elzentakken in hun huis om zich tegen de maar te beschermen.
Een meisje dat betoverd was, lag op sterven. Een man uit het dorp werd bij het meisje geroepen. De man sloeg een bussel elzentakken stuk op een ton en beweerde vervolgens dat de duivel in die ton zat. Daarna is het meisje merkwaardig genoeg genezen.