Men vertelde dat Johanna's vader met de duivel omging. Wie wilde weten hoe een overleden familielid het maakte in het hiernamaals, ging de man opzoeken. Johanna's vader zat dan aan de tafel voor zich uit te staren en zei: "Als het klopt, is het…
Een vrouwtje hoorde 's avonds wanneer ze met haar handwerk bezig was, vaak op de deur kloppen. Er kwam dan een doodshoofd binnen, die op de tafel ronddraaide.
Enkele mannen die zaten te kaarten, waren verschrikt toen plots de petroleumlamp uitging nadat er tweemaal op de deur was geklopt. Omdat de mannen bang waren, gingen ze snel naar huis. Onderweg kwam één van de mannen een grote zwarte hond tegen.
Een man werd 's nachts altijd door de maar bereden. De man beweerde dat de maar de geest was van iemand die in zijn huis was gestorven. De geest kwam iedere nacht op de muur kloppen en ging vervolgens op de man zitten. Van de pastoor kreeg de man…
Een boerin die vroeg in de ochtend boter aan het karnen was, hoorde plots de deur opengaan. Er verscheen een oude vrouw die koffie vroeg. Daarop antwoordde de boerin: "Koffie heb ik niet, maar je kan wel wat melk krijgen". "Dat wil ik niet", zei het…
Op een boerderij zag men altijd een doodskeers. Op een dag kwam een man naar de boerderij omdat hij de doodskeers eens wilde zien. "Je mag niet wijzen", had de boer hem gezegd. Toen de man de doodskaars zag, riep hij opgewonden: "Daar is ze!" en stak…
Wie door een heks op de schouder werd geklopt, moest de heks op het hoofd slaan. Wanneer men hoger sloeg dan de heks, was men immers beschermd tegen hekserij.
De burgemeester van Houthalen had veel soldaten vrijgekocht, die door de Fransen werden vastgehouden. In ruil voor zijn hulp vroeg de burgemeester altijd een stuk land of iets dergelijks. Na zijn dood kwam de burgemeester spoken op een paard. …
Een man en een vrouw wandelden omstreeks middernacht van Dworp langs de Steenstraat naar het Maasdalbos in Lembeek. Bij ''t putke' hoorde het tweetal een geklop, gevolgd door een stem die sprak: "Nu ben je ver genoeg. Laat je fiets maar vallen!" Het…
In Rummen kwam een overleden vrouw spoken. Het spook kwam 's nachts op de rolluiken kloppen en vroeg om een kapel te bouwen. Toen men dat had gedaan, liet het spook zich niet meer zien.
Enkele heksen die in het bos zaten, sneden een tak af en liepen rond een ketel terwijl ze riepen: "Potje kook! Potje kook!" en op de ketel klopten. Even later kookte de inhoud van de ketel, hoewel er nergens vuur te bespeuren was.
In de Kruisstraat woonde een vrouw over wie men vertelde dat het een heks was. Op een dag klopte de heks een man op de schouder. Dat kon echter geen kwaad, want de man koesterde zelf geen achterdocht.
Toen Staf V.D.W. in het huis van zijn vriendin rond de kachel zat, hoorde men plots een geklop op de deur. Staf ging de deur openmaken, maar hij zag niets.
Wanneer Nolke bij zijn vriendin op bezoek was, ging hij op de eg staan. De weerwolf tilde hem op tot aan het dak. Vervolgens liet de weerwolf de man vallen en klapte in zijn handen.
Op een boerderij waar men veel ongeluk had, ging men te rade bij de paters van Sint-Sixtus. De paters gaven de boer iets gewijds om onder de deur te steken. Daarna kwam de heks nog één keer langs. Ze klopte op het raam, ging vervolgens voort en brak…
Toen de molenaar in de verte een zwarte gedaante zag aankomen, zei hij: "Och God, och God, daar is het vliegend spook alweer!", en hij sloeg de deur dicht. Even later werd er driemaal op de deur geklopt. De volgende ochtend stond er een zwarte hand…
De meid van een vrouw sliep op de zolderkamer. Om middernacht werd de meid wakker en zag een vlammetje van het ene raam naar het andere vliegen. De ouders van de vrouw waren in die kamer gestorven en hun kleerkast en bed stonden er nog. De vrouw…
Op de Heikant in Opgrimbie woonden twee broers bij hun moeder. Op een avond floot één van de broers naar de vuurman, terwijl de andere zich klaar zette om de deur dicht te gooien. Zodra de deur dicht was, hoorde het tweetal een luid gebons op de…
Wanneer een man door Bet op de schouder werd geklopt, sloeg hij de heks altijd op het hoofd. Als men hoger sloeg dan een heks, was de heks immers machteloos.