Een jongen, Fokke, gaat op kraambezoek. Hij neemt appels mee en ineens zit er een pad met een doek om zijn kop op het bed. Waarschijnlijk is eem van de appels in een pad veranderd. De pad blijkt Fokke's moeder, een heks, te zijn. De zussen van Fokke…
De zus van de heks Baeije is zelf ook een heks. Hun moeder trouwens ook: het zit in de familie. De zus verandert zichzelf in een pens als ze naast haar vriend zit. Ook laat ze als ze zelf van huis is, een kip met kuikens om hem heen rennen.
Van vier broers worden er drie doodgetoverd door hun eigen moeder en hun tante. Eén van hen krijgt het zo erg aan zijn rug dat hij op krukken moet lopen. De duivelbanner van Wytfean raadt hem aan niets meer aan te nemen van zijn familie. Hij wordt al…
De verteller ging eens om half twee bij zijn meisje weg. Hij trof bij de Swadde drie vrouwen en een man aan. De man had een bit in zijn mond. Het waren de kinderen van een heks, die door de strot geschoten was. Ze konden allevier toveren en maakten…