Men zegt dat de kerk van Perkou op huiden staat. Een kennis van de verteller heeft echter gewerkt aan de restauratie van de toren, hij zegt dat niets hebben gevonden wat hier op leek.
Een ziek meisje dat steeds huiden van alen uitspuugt blijkt betoverd: een verenkrans prijkt in haar hoofdkussen. De duivelbanner raadt aan de alen en de krans te verbranden omdat het verbranden de heks aantrekt. Als de heks nadert, moet ze terstond…
In Sas van Gent is een kattenkop onthuld in het Kattengat. Vroeger woonde daar Pierre Helskens, die katten ving om vervolgens hun huid te verkopen. Vervolgens zou hij het kattenvlees hebben opgegeten.
Van twee handelaars heeft er één zijn ziel aan de duivel verkocht. De duivel is regelmatig in zijn gezelschap en geeft hem geld. De andere man kan de duivel niet zien.