Een koorknaap legde een muntstuk dat onder het kerkboek had gelegen, onder de drempel van de kerk. Na afloop van de mis konden enkele vrouwen de kerk niet verlaten vooraleer het muntstuk was weggenomen: het waren heksen.
Een dominee komt op bezoek bij de pastoor en vraagt hoe het biechten gaat. De pastoor meldt dat ze alle zonden op een kaart hebben staan, en die worden vertaald in weesgegroetjes. De dominee gaat daarop naar de biechtstoel en meldt dat hij is…
Meid van de pastoor die vergeten is hoe de pastoor de erwten wil eten, vraagt een koorknaap er naar te vragen. De mis is al begonnen, waarop de jongen zingend de vraag stelt. De pastoor antwoordt in het latijn hoe de erwten moeten worden…