Een heksenkat vraagt 's nachts onderweg aan een man of de kovelet hem past. De man gaat er niet op in en vlucht zijn huis binnen. De volgende morgen blijkt er een kapje met manteltje aan de achterdeur te hangen..
Zwarte kater vraagt boer die hem spottend antwoord geeft dat te herhalen. Zodra de boer de kat wil slaan wordt hij belaagd door zoveel katten dat hij er niet tegen op kan. Hij vlucht zonder paard naar huis.
Jan Paulussen komt op een avond uit de kroeg, luid zingend over een aardig vinkje, dat hij heeft, langs de Lummelenkooi, waar de katten naar hem krijsen:
"Hoe steet er mij die kovelet!
Hoe steet er mij die kovelet!"
Jan, niet te flauw, geeft de…
Als Januske van Drunen 's avonds de lantaarns uitblies en de klok 10 uur sloeg, kwamen de katten uit de wijde omgeving via het Kattestraatje naar de kuil in de Lummelenkooi, waar ze omheen dansten poot aan poot en zongen:
Hoe paas mij die kovelet…