Verhalen over werken in de kolenmijn.
Ondergronds mocht je niet fluiten en in de liftkooi moest je stil zijn. Vrouwen in de mijn, dat kon eigenlijk niet. Hield je je niet aan de voorschriften, dan kon je de berggeest kwaad maken of ongeluk over je…
Een man die op een avond naar huis kwam, floot naar de vuurman. Daarop volgde de vuurman de man tot hij thuis was. De man was net binnen toen de vuurman hem had ingehaald. De volgende dag stond er een hand in de poort van de schuur gebrand.
De vuurman was een vuurbol die de vonken van zich af schudde. Wanneer men de vuurman met rust liet, dan deed hij niemand kwaad. Wie echter naar de vuurman had gefloten, moest rennen voor zijn leven.
De vuurman vloog over een huis en schudde vonken van zich af. Nadat iemand naar de vuurman had gefloten, hoorden de bewoners van het huis een luide slag. De vuurman had zijn hand in de deur gebrand.