Boeren worden 's nachts belaagd door miauwende zwarte katten die op de wagens en de ruggen van de paarden springen. Als vader van vertelster meegaat komen de katten niet.
Een vrouw zit in de tuin en hoort een kat mauwen. Ze vindt het beestje eenzaam en mauwt terug. Dit gaat meer dan een half uur door. De volgende ochtend vertelt de buurman dat hij de vorige avond een hele tijd met een andere kat had zitten mauwen.
Bij de Thijssemênnekes kwamen altijd katten op bezoek. Als Toontje zei:
"Heske, pieske, poeske
Waorvan kumde gij?
Goei buurmans katten
kommen nie muizen bij mij".
Dan verlieten de katten d'n hêrd van Jan en Toontje en liepen naar huis toe.
Terwijl een jong stelletje samen hun trouwplannen bespreken, mauwt er de hele tijd een klein katje. De volgende dag zei Rikele Myt: "Zo, hebben jullie trouwplannen." Het katje was Rikele geweest.