Caesar ging per schip naar Rotterdam. Een kennis van hem zag dat, en waarschuwde de schipper dat hij Caesar niet mee moest nemen, omdat hij gevaarlijk was. Daarom moest Caesar een ander schip zoeken. De kennis waarschuwde ook de tweede schipper, maar…
Een predikant, die door zijn stampvoeten en nagelbijten niets kon voortbrengen op de kansel, zei uiteindelijk: 'Geliefde broeders, ik beklaag u dat u mijn fraaie overpeinzingen niet kunt horen.'