Trefwoorden: afstand, bedragen, bestijgen, draven, duren, gaan, gracht, grond, kerk, kluis, kluizenaar, lucht, minuut, omgeven, onbekend, paard, pastoor, reden, rit, schimmel, tien, tovenaar, toverij, twee, uur, verheffen, vierkant, wal, wonen, zeggen
Trefwoorden: arbeid, bakeren, bakken, bederven, bereiden, bergje, bewoner, brengen, brood, dorp, dorsen, dwerg, eerste, eten, fikkefak, gedienstigheid, geloven, gereedmaken, gewoonte, graan, huis, huisboer, ijver, kabouter, kabouterstem, kind, klaarzetten, kleding, kleren, klomp, komen, kwalijknemen, land, leer, luisteren, maal, meenemen, mengen, mest, mogen, morgen, nacht, nieuw, nuttigen, omgeven, onderaards, ongemerkt, opening, opmerken, ouders, pak, pap, prijzen, schouw, schuren, spijs, stal, stem, terugbrengen, verblijf, verdwijnen, verrichten, versleten, vertrekken, verzorgen, vloer, vlugheid, werk, wieg, wonen