Een man die 's nachts terugkwam van Zutendaal, zag een zwarte gedaante op zich af komen. Verschrikt sprak de man: "Ben je van de duivel, ga dan. Ben je van God, stink dan". Het volgende ogenblik was de gedaante verdwenen. De man rook de stank van…
Twee mannen die in de 'Buts' wandelden, zagen plots een witte juffrouw verschijnen. Eén van de mannen begon tegen de juffrouw te praten en wilde arm in arm met haar verdergaan. Daarop zei de juffrouw echter: "Laat gaan wat gaat en staan wat staat"…
De benaming 'Genk' zou komen van het dialectwoord 'gench', dat betekent: 'laat ons gaan'. De familie H. en de familie L. vestigden zich namelijk tussen Genk en Diepenbeek in de hoop daar veilig te zijn voor rovers.
Een man zag in de buurt van het huis van de smid V.R. een katje rondlopen. De man nam het dier mee. Een tijdje later werd het katje echter zo zwaar dat de man het moest laten vallen. Het volgende ogenblik stond er een witte juffrouw voor hem, die…
Een man die bij maanlicht terugkwam van Hasselt, zag bij K. een spook langs de weg staan. Toen de man zei: "Goedenavond", antwoordde het spook: "Laat staan wat staat en laat gaan wat gaat".
Bij de Spekbrug was het altijd erg mistig. Een man die terugkwam van Uikhoven zag bij de brug een doodshoofd. De man zei: "Ben je van de duivel, ga dan. Ben je van God, sta dan". Terwijl de man deze woorden uitsprak, sloeg hij het doodshoofd in…
Een man kwam tussen Lauw en Piringen een zwarte kat tegen. Toen de man het dier sloeg, stond er plots een witte juffrouw voor hem, die zei: "Laat staan wat staat en gaan wat gaat". Vervolgens kreeg de man een mep in zijn gezicht.
De eeuwige wandelaar zat op een zomeravond te rusten, toen er een man voorbijkwam, die onderdak vroeg. Toen de eeuwige wandelaar weigerde, sprak de man: "Ik zal rusten en jij zal gaan".
Er waren mensen die nooit naar de kerk gingen. Op zondag speelde een kaartploeg van vier en zaten ze te vloeken en te tieren. Tot er eens een paardenpoot op de muur kwam en een gat in de muur sloeg. Het lukte niet het gat te dichten, want het bleef…
Een paar kerels die wilden op een avond vis gaan stelen in de IJssel. Maar toen ze daar kwamen, bleven ze stijf van schrik staan: er zat een zwarte duivel op de vis.
Een boer koopt een varken. Als het varken weigert te lopen, vraagt de boer zijn hond of die het varken wil bijten. Als de hond weigert, vraagt de boer de stok of die de hond wil slaan, 'want de hond wil het varken niet bijten en het varken wil niet…
Man die in de oorlog zijn zaadballen is kwijtgeraakt gaat na zijn trouwen op aanraden van dokter naar een kwakzalver. Die brengt zaadballen van een aap bij hem in, en zijn vrouw wordt zwanger. Na de bevalling, waar hij naar de gewoonte niet bij is,…
Hertog beveelt Uilenspiegel van zijn grond te vertrekken. Uilenspiegel koopt een kruiwagen en modder, gaat daar in zitten, en zegt dat hij in zijn eigen grond zit als de hertog hem zegt dat hij nog niet weg is. Uilenspiegel vertrekt toch, anders…
De priester Landoals was belast met de opvoeding van de jonge Lambertus. Op een dag stuurt hij de jongen erop uit om vuur te halen. Na een poosje komt Lambertus terug om een pan te vragen om het vuur in te dragen. Landoals stuurt Lambertus weer weg…