Man moet 's nachts opstaan om begrafenis te zien, waarvan hij later de gang van zaken kan vertellen. Waarschuwt om 's nachts tussen twaalf en één uur niet midden op de weg te lopen, want dan kan men opzijgezet worden.
Man groet vreemde man twee maal zonder antwoord te krijgen. Bij de derde maal wordt hij opgepakt en over een sloot in een weiland neergezet. Als hij weer op de weg staat is de man verdwenen.
Op weg waar het spookt loopt man 's nachts tegen een lijkstatie en wordt opzij gezet; ook wordt een kruiwagen op die plaats zo zwaar dat verdergaan niet lukt.
Vrouw die opzij gesmeten wordt weet dat er een lijkwagen langs zal komen.
Man die lijkstatie tegenkomt, vraagt wie weggebracht wordt, naam van man zelf wordt genoemd.