Van een molenaar die altijd vloekt en tiert, wordt gezegd dat hij zijn ziel aan de duivel heeft verkocht, omdat zijn molenwieken altijd draaien, ook zonder wind. Of in de omgekeerde richting, bij tegenwind. Op een dag wordt de molenaar dood gevonden…
Jan Dozy, een vloekende kaartspeler, een oud-soldaat, spot 's nachts op de Heldewierkamp: "De duivel mag me helpen!" Een heer in het zwart met een lange flankert aan biedt geld en vraagt over een jaar een afgestreken maat terug; Dozy strijkt de maat…