Blader door items (44 in totaal)

Trefwoorden: heks, heksendier, heksenkat, kat, metamorfose, schouw, transformatie, veranderen, zwart

Trefwoorden: geven, huilen, kind, pap, schoorsteen, schouw, voeden, wegvliegen, zout

Trefwoorden: aanroepen, boek, duivel, grootvader, schoorsteen, schouw, stoel, toverboek, vallen

Trefwoorden: gewond, gezwollen, heksendier, heksenkat, kat, onkwetsbaar, schaafwonde, schoorsteen, schouw, tovenares, toveres, verwonden, wang

Trefwoorden: beeld, bouwen, Christusbeeld, kapel, schoorsteen, schouw, verdwenen, verdwijnen, vinden

Trefwoorden: aankloppen, deur, geklop, onweer, openmaken, schoorsteen, schouw, vuurbol, week, wegvliegen

Trefwoorden: gooien, kassei, kasseisteen, kind, plagen, schoorsteen, schouw, spoken, spook, zwart

Trefwoorden: klerre, ochtend, schoorsteen, schouw

Trefwoorden: bijgeloof, drogen, geneeskunde, genezen, gras, graszode, graszoden, koe, koeien, kwakzalverij, middel, middeltje, nauwkeurig, netjes, onder, ophangen, oud, poten, remedie, rook, schoorsteen, schouw, slakkenpoot, steken, vastzetten, volksgeneeskunde, vroeger, weiland, ziek, zieke, ziekte, zode

Trefwoorden: 1600, achterwetering, bedrog, boer, boerendochter, boerenmeid, boot, bootje, de Nederlanden, de Opstand, diep, dochter, dom, foppen, gefopt, gelegerd, Gouden Eeuw, grap, grapje, heten, hofstee, ingekwartierd, ingetrapt, intrappen, kade, kant, koeien, list, meer, meid, melk, melken, midden, naam, naamgeving, noemen, oorlog, overboord, oversteken, overvaren, pesten, rivier, schommelen, schouw, slim, Spaans, Spaanse Rijk, Spaanse tijd, Spaanszee, Spanjaarden, Tachtigjarige Oorlog, uithalen, vallen, vandaag, vandaan komen, varen, verdrinken, verdronken, vinger, vroeger, water, wetering, wraak, zee, zeventiende eeuw, zijtak

Trefwoorden: aanwijzen, angstzweet, bang, bergplaats, bewaren, brengen, broer, deur, dicht, eigenaar, eigendom, erfgenaam, geld, geldschat, geven, huis, kerel, klinken, kopen, land, lawaai, middernacht, nacht, nalaten, onderzoek, ongetrouwd, open, pachter, pastoor, pluis, raam, rumoer, schat, schouw, slaan, spaarbank, sparen, spoken, spotprijs, sterven, uitbreken, verbergen, verblijven, verborgen, verbouwing, verklaren, verkopen, verstoppen, vinden, voetstap, vragen, waarneming, weggaan, wonen, zoldertrap, zuster

Trefwoorden: baker, bed, bevallen, binnen, boek, deur, druipen, exorcisme, geestelijke, gezicht, gooien, grendel, heks, helpen, kapelaan, klaar, lang, lezen, luierik, nacht, rook, schouw, slapen, stoel, uitbannen, vallen, vent, voorschoot, vrouw, water, zien, zitten, zwanger

Trefwoorden: dwaallicht, geloven, meemaken, nacht, ongelofelijke, plaaggeest, schouw, spook, zetten, zien

Trefwoorden: avond, beminnen, boerderij, boeren, dorp, fles, groen, haard, huis, huizen, huwelijk, jaar, jenever, kabouters, kleden, kleding, klein, kleren, klok, klokslag, klussen, kuil, liefde, magie, mens, mensen, middernacht, minnekozen, moraal, nacht, noorden, oosten, paar, pak, schouw, schuilplaats, slecht, tijd, tovermacht, trouwen, twaalf, uur, vegen, veld, venster, vent, verstrijken, vijand, vliegen, vriend, vrijen, vrijers, waarschuwen, wassen, week, weg, werk, wraak, zaterdag, zondag, zuiden

Trefwoorden: heks, hekserij, klein, kleinmaken, schoorsteenmantel, schouw, toveren

Trefwoorden: bang, bewoners, bezwijken, braaksporen, broodje-aap, deur, draaien, drukker, drukkerij, drukpers, eeuw, emoties, entree, geloven, geluidjes, geschilderd, geveltje, grappig, hartaanval, hoeder, indrukwekkend, inktrollen, kat, kelders, kopieën, logeren, mensheid, muziekproduktiebedrijf, nuchter, onderzoeker, overstuur, pand, pop, rare, restenergie, schim, schokkend, schouw, schrijver, schrikbeeld, schroeven, sfeer, sleutel, slot, spoken, spokerij, spook-spots, spookhuis, spookhuizen, steenregen, stripheld, tekst, trap, verhaal, vernielen, vriend, zolders

Trefwoorden: aandurven, bang, bewoner, blussen, boer, buit, geest, geld, gerammel, hoeve, kistje, kopen, laaien, landloper, leegstaand, morgen, nacht, overnachten, pluis, schooier, schouw, schuur, slapen, spookhuis, spoorloos, tegel, twaalf, verdwijnen, verhaal, verschijnen, vertellen, wreken, zwerver

Trefwoorden: schouw, sterk, sturen, tovenaar, toveren, vanzelf, waaien, wind, zeilen

Trefwoorden: aanduiden, aankomen, aanleggen, aanpakken, aanraden, aansteken, aanwijzing, achter, avond, behoefte, beschrijven, bespieden, bevinden, binnenrijden, blijdschap, bokkenrijder, boom, boosdoener, booswicht, brouwer, brouwerij, brouwerszoon, buiten, buurlieden, dag, deel, dorp, dorpsgenoot, dorpsplein, eisen, gaan, geestelijke, gelasten, gevangen, geven, heer, helpen, herberg, hoek, huis, huisgenoot, kaartspelen, kasteel, kerk, kerkdeur, klimmen, komen, laatstgekomene, landstreek, lang, lenen, lucht, man, meedelen, meegaan, misdaad, morgen, nagaan, natuurlijke, negenennegentigste, nemen, niet, onbekend, ontkomen, ontvluchten, openbaar, ouders, overnachten, paard, pastoor, plaats, plaatsen, reisgeld, reizen, schouw, slopen, springen, terugkeren, terugweg, tussentijd, vaderland, veinzen, verbergen, verbranden, vergaderen, vergeefs, vermoorden, vernemen, verongelukken, vertrekken, verzamelen, vliegen, voerman, vragen, vuur, weg, wereld, weten, woonstreek, zekerheid, zes, zeven, zien, zijn, zitten

Trefwoorden: arbeid, bakeren, bakken, bederven, bereiden, bergje, bewoner, brengen, brood, dorp, dorsen, dwerg, eerste, eten, fikkefak, gedienstigheid, geloven, gereedmaken, gewoonte, graan, huis, huisboer, ijver, kabouter, kabouterstem, kind, klaarzetten, kleding, kleren, klomp, komen, kwalijknemen, land, leer, luisteren, maal, meenemen, mengen, mest, mogen, morgen, nacht, nieuw, nuttigen, omgeven, onderaards, ongemerkt, opening, opmerken, ouders, pak, pap, prijzen, schouw, schuren, spijs, stal, stem, terugbrengen, verblijf, verdwijnen, verrichten, versleten, vertrekken, verzorgen, vloer, vlugheid, werk, wieg, wonen

Trefwoorden: avond, bespreken, boot, geld, horen, kant, kerel, kruipen, langskomen, liggen, man, omgekeerd, ophalen, pad, papiergeld, praten, rug, schouw, verder, voorzien, zak, zien, zitten

Trefwoorden: aankomen, afwachten, arbeider, avond, berm, beroven, geld, hondje, horen, klei, koest, kruipen, leveren, lopen, mensen, nacht, omgekeerde, ontslaan, ophalen, rovers, schouw, staan, terugkomen, turf, veenbaas, vermoorden, zitten

Trefwoorden: aanraking, aanvallen, as, avondmaal, bang, beest, beletten, betovering, bezoeken, bezwering, binnenshuis, boer, dier, doem, gestalte, glans, gloeien, groenige, haar, haardvuur, herkrijgen, inwoner, jongelui, kalmte, kennen, kerktoren, klok, kool, leven, maken, middernacht, nacht, ongedierte, ontwijkend, onveilig, oog, ooggetuige, resten, rondwaren, schouw, schroeien, schuwen, slaan, stank, tocht, uur, vallen, vel, verbranden, verlossen, verminderen, vernietiging, vlam, vurige, weerwolf, wijken, wolfsvel, zorgen, zwaarmoedigheid, zwart, zwavel

Trefwoorden: bed, borstelen, deur, foto, gezicht, haar, herenhuis, huilen, kelder, koude, leeg, onaangenaam, raam, schouw, sfeer, spiegel, trapgat, verschijning, zitten, zolder

Trefwoorden: betalen, echte, gedachte, grootvader, heks, helpen, huis, kachel, lachen, schouw, schuld, thuis, trekken, vegen, verdomde, weren, weten