In Broek werden vroeger veel vrouwen van hekserij verdacht. Een oude vrouw in een wijde rok was al verdacht. Kinderen zetten kruizen van krijt of rode steen om vermeende heksen te weren.
Ouders waarschuwen hun kinderen nooit een appel aan te nemen van een oud wijf. Het oude wijf zou een heks kunnen zijn; de appel zou in een pad kunnen veranderen.
Een vader waarschuwt zijn kinderen voor een heks: de pepermuntjes die zij verstrekt zijn betoverd. Duivelsdrek onder de drempel wordt gebruikt om de heks af te weren.
Een moeder waarschuwt haar kinderen niet te dicht bij een - pijprokende - heks te komen. Duivelsdrek in een beursje met een kruisje erop wordt gebruikt om hekserij te weren.
Als de kinderen vroeger laat op de avond nog buiten speelden, zeiden de ouders dat ze snel binnen moesten komen, anders zouden ze gepakt worden door de loddoden.
Antsje Pluk woonde in Harkema. Zij was een heks. Kinderen dachten dat ze in de rogge woonde, en dat ze er blauwe spookbloemen verbouwde om ze te lokken. Zij kwam dan onverwachts tevoorschijn om de kinderen te pakken.
Kinderen wordt afgeraden 's avonds voor het slapen gaan een boek geopend te laten liggen. Het boek kan dan immers 's nachts gelezen worden door 'verkeerd volk'.
Kinderen durven geen appel van een oude vrouw – een vermeende heks – aan te nemen omdat ze bang zijn dat de vrucht in een kikker verandert.