Op een spookplaats rent een veulen rond met een brijpot om de hals. Het is een spookdier. Dit verhaal wordt vaak verteld om kinderen angst aan te jagen.
Een zieke vrouw blijkt betoverd. Een andere vrouw raadt haar aan een bezoek aan de duivelbanner te brengen. De eerste die ze tegenkomt als ze in een bepaalde richting loopt, is de tovenaar die haar betoverd heeft, aldus de duivelbanner. De betoverde…
Kinderen werden vroeger altijd gewaarschuwd nooit iets op te eten wat van een heks afkomstig was: de etenswaar zou direct in een pad veranderen.
Heksen bezaten vaak ook popjes, waar ze met spelden in prikten.
Om heksen te weren zetten de kinderen…
Ouders jagen hun kinderen angst aan door hen te waarschuwen voor het roggemannetje: het mannetje houdt zich schuil in het rogge en probeert de kinderen te grijpen als die blauwe bloemen plukken.
Een moeder probeert haar ondeugende kinderen altijd angst aan te jagen door te zeggen dat er geesten in het kabinet zitten. Ook dreigt ze vaak soldaatjes uit de haardkuil tevoorschijn te laten komen.
Twee kinderen bezoeken op de terugweg van de markt een heks. Ze krijgen een paar appels van de heks, maar durven de appels niet op te eten omdat ze bang zijn betoverd te worden. Ze gooien de appels onderweg naar huis weg, op één - hele mooie - appel…
Een tovenaar woont in bij twee mensen. Als hij wordt geroepen voor de thee, antwoordt hij dat hij komt. Als de mensen gaan kijken waar hij blijft, blijkt hij helemaal niet in zijn bed te liggen hoewel hij toch geantwoord heeft. Hij blijkt uit toveren…
Als kinderen 's avonds nog willen buitenspelen, probeert hun vader hen de stuipen op het lijf te jagen door een verhaal over spoken te vertellen. De spoken zouden om half acht, of acht uur, te voorschijn komen en rond half negen bij de kinderen in de…
Een moeder waarschuwt haar kinderen dat ze nooit iets mogen aannemen van de heks Sjoerde Ael. Sjoerde kan net als Stammerige Harm door de lucht zweven en zichzelf in een kat veranderen.
Toen de verteller als kind ongehoorzaam was, dreigde zijn moeder met Ücü. Op een avond werd hij in het donker besprongen. De verteller dacht dat het Ücü was, maar het bleek een familielid te zijn, die hem had willen laten schrikken.
Van een eenzame man met een houtenbeen wordt beweerd dat hij het met de duivel houdt. Als de kinderen stout zijn, wordt er met de man gedreigd als straf.