In Pepingen woonde een man die altijd in slechte boeken las. Toen die man door het kwaad dreigde te worden overmeesterd, goot hij een zak zaad uit over een houtmijt. De toveressen moesten dan al die zaadjes oprapen.
Een man die met een 'baste' (?) naar een vrouw ging, klopte aan en riep: "Is er iemand thuis?" De heks antwoordde: "Neen, maar het boek ligt op tafel".
De man heeft nooit meer een voet in dat huis gezet.
Tijdens de beeldenstorm werden de abdijen en kloosters helemaal leeggeroofd. Eén van de rovers had een boek gestolen, waarin alle teksten stonden, die men tot de heiligen moest bidden. De pastoor van Genke omschreef de bende als een 'duivelsbende'.…
In Oostende woonde een framasson. Wanneer de mensen 's ochtends naar hun werk vertrokken, zei die framasson altijd: "Jullie vertrekken pas, maar ik heb mijn geld al verdiend!" Framassons moesten immers niet werken. Ze leerden hun kunsten in…
In de buurt van Hollebeke woonde een vrouw die kon toveren met boeken. Op een dag leende de vrouw een boek van haar buurvrouw. Nadat ze het boek had gelezen, bracht ze het terug en legde de buurvrouw het op de kast. De volgende nacht hoorde de…
Een boomkweker uit Alken ging door de velden naar Stevoort. Een jongen van zeven of acht jaar met de naam Philtjens zag bij een dikke eik in Stevoort altijd een kind verschijnen. Vele nieuwsgierigen waren al komen kijken, maar alleen Philtjens kon…
Bij een beek waar het spookte, kwamen de mensen allemaal bidden. Een jongetje beweerde dat hij een spook zag, dat een boek naar hem uitstak. Daarop zei de vader van het jongetje: "Als je het boek aanneemt, dan krijg je een horloge van mij". Het…
In Pepingen woonde een man die slechte boeken bezat. Die man moest altijd om middernacht thuis zijn, want anders werd hij geslagen. De mensen beweerden dat het de duivel was, die de man sloeg wanneer hij om middernacht nog niet thuis was.
De wilde jacht die door de lucht vloog, had iets met de duivel te maken. Een soldaat die liever in zijn duivelsboek las, dan naar de kerk te gaan, werd in de Dorpsstraat in Rotem door de wilde jacht meegenomen. De soldaat zag allemaal mooie vrouwen…
De pastoor van Esen had een keer met een list boeken gevraagd van mensen van wie hij vermoedde dat ze konden toveren. De geestelijke heeft die boeken echter niet meer teruggegeven, waardoor die mensen hun toverkracht kwijt waren. Sinds men na afloop…
Op een boerderij op het Oostveld had men altijd ongeluk. Een vrouw die haar hand door de haag had gestoken, had de boerderij betoverd. Die vrouw was gedwongen om zoiets te doen omdat ze had gelezen in de boeken van de Duitse schapers.
De maar was een mens met een boek, die ervoor zorgde dat mensen ziek werden en dat hun familie hen niet meer kon gaan opzoeken, bijvoorbeeld omdat ze te ver weg woonden.
Bij een boerin werkte een meid die haar werk niet alleen gedaan kon krijgen. Toen de meid boter aan het karnen was, sloeg ze met de spatel tegen de muur. Het volgende ogenblik kropen er allemaal witte muizen tegen de muur omhoog. Vervolgens sloeg…
Wanneer men werd gekweld door de kwade hand, dan liet men altijd een geestelijke komen. Die las dan voor uit een boek terwijl het zweet van zijn gezicht druipte. Soms moest de geestelijke wel drie of vier keer terugkomen om de kwade hand te…
In Houtkerke woonden enkele mensen die konden toveren omdat ze slechte boeken bezaten. Wie betoverd was, moest bij de paters van Ieper iets gewijds gaan halen.
Bij boer B. tegenover de kerk in Neerrepen, gebeurden elke nacht vreemde dingen. Zo werden de koeien vaak losgemaakt en vond men ze 's ochtends soms met witte sokken aan hun poten. De meid vond soms haar kleren of het broodmes niet. Omdat de…
Op een boerderij was men ten einde raad omdat er iedere dag een dier stierf. Op zekere dag ging de boer naar een man die zich met zulke zaken bezighield. Die man moest een groot boek meenemen, maar hij mocht het zelf niet dragen omdat hij wist wat…
Een man uit Staden had ergens een boek gekocht. Toen de man tijdens het weven een tijdje in het boek had gelezen, verschenen er allemaal duivels. Als de man die duivels geen werk gaf, werd hij in de tertenput (1) gegooid.
Een jongen had in Duitsland van een vriend een mooi boek gekregen. De jongen begon in het boek te lezen. Hoe verder hij las, hoe mooier hij het boek vond. De jongen besefte echter niet dat hij in een toverboek aan het lezen was. De jongen had te ver…
Bij een kasteel op de Malheide waren grote vijvers waarrond kikkers kwaakten. Een man kon die kikkers doen zwijgen door in een speciaal boek te lezen. Uiteindelijk zijn de geestelijken dat boek komen weghalen.
Op een boerderij werkte een Duitse schaper. Op een dag las de knecht stiekem in een boek dat in de koffer van de schaapherder lag. De Duitse schaper voelde dat er iets aan de hand was en haastte zich naar de boerderij, waar hij een zak lijnzaad door…