Op een boerderij in de Koninklijke Kasteeldreef had men veel ongeluk. Alle dieren stierven er, zodat de boer failliet ging. Een knecht die men daar ooit had ontslagen en die op wraak zinde, was verantwoordelijk voor het kwaad.
Mensen die problemen…
V. had de omgehakte eik uit de kasteeldreef van Wideux op bevel van de graaf naar het bos gebracht. De volgende dag lag de eik echter alweer op zijn oude plaats. Uiteindelijk heeft men de eik daar moeten laten liggen.
Bij de Brabantschool in Poperinge was een straat waarlangs twee hoge hagen stonden. Die straat werd 'de ekkerdreef' genoemd. Kinderen mochten van hun moeder niet in die straat komen, want de 'ekker' zat daar. Dat was een wezen met een lange ketting.…
Een man kwam op een avond een vrouw tegen, over wie hij vermoedde dat het een heks was. De man wist dat heksen niet aan je rechterkant konden lopen als je het Sint-Jansevangelie las. De heks sprong snel in de modder aan de linkerkant.
Een…
De prelaat van Averbode bezat zwart goed. Wanneer hij te paard naar de arme mensen reed en de boeren op het veld zag werken, zei hij: "Och, dat brengt ons toch zoveel op!" Op een dag schoten enkele mannen de prelaat dood. Sindsdien liep op de…
Vroeger strekte het bos van Bakelandt zich uit van 't Zwortegat tot bij de herberg, de 'Vuuf Huzen' en de Groendreef. Het bos was verbonden met 't Vijverbus. In de Peerdedreef stonden mooie berken. Op iedere boom stond een naam van een lid van de…
Bij de ingang van de kasteeldreef stond een slagboom waarop twee meerminnen zaten. Omdat men vroeger vertelde dat de meerminnen een keer van de slagboom waren gekomen, durfden de mensen niet in de buurt van de kasteeldreef te komen.
Op de kasteeldreef van Wideux lag een oude omgehakte eik. De graaf bracht de eik met een kar naar het bos. Vreemd genoeg lag de eik de volgende dag weer op zijn oude plaats.
Op een boerderij in Izegem spookte het. Toen de knecht op een dag naar huis ging, schopte hij naar een kat die in de dreef zat, met de woorden: "Jij vervloekte kat!" Het volgende ogenblik zat er een hele troep katten. De boer gaf de knecht de raad om…
In Lendelede stond vroeger een kasteel met een lindendreef. Op die lindebomen zaten allemaal lichtjes die de hele tijd heen en weer vlogen. De mensen waren bang voor die lichtjes. Ze wisten niet wat dat was.
Bij maneschijn kwam de graaf van het kasteel van Wideux spoken. Het spook wandelde door de kasteeldreef en ging om middernacht op een boomstronk zitten. Het spook was naar die eikenboom verbannen.
Toen Zjang P. door de kasteeldreef van Printhagen wandelde, ging de poort vanzelf open. Er kwamen twee witte juffrouwen voorbij, die in het gebouw tegenover het kasteel binnengingen.
Bij het kasteel van Printhagen stond vroeger een kapel waar het spookte. In die kapel waren de kasteelheren begraven. Om middernacht reden de dode kasteelheren in een spookkoets met drie zwarte paarden door de kasteeldreef. Op dat ogenblik stonden…
Een vrouw die haar man elke avond eten ging brengen, moest samen met haar zus door het Bokrijkbos. Op een avond zag de vrouw een gloeiende heer op een vurig paard door de canadadreef rijden. Dat was een teruggekeerde dode.
Een man die door de kasteeldreef van Rummen liep, hoorde plots muziek. Vervolgens hoorde de man een troep vogels met veel lawaai voorbijvliegen. Dat moet de wilde jacht zijn geweest.
In een dreef bij 't Hulste liepen de hele nacht schuimbekkende paarden rond, die veel lawaai maakten met hun hoeven. 's Ochtends was er van het tafereel niets meer te bespeuren.