Men vertelde dat dwaaslichtjes de zieltjes van ongedoopte kinderen waren. Een man die te bang was om een dwaallichtje te dopen en naar huis liep, stelde de volgende ochtend vast dat er een hand in de deur gebrand stond.
Een jongen die ging trouwen, had op het kerkhof tegen een schedel gestampt en gezegd: "Als er nog leven is na de dood, dan nodig ik jou deze avond uit op mijn feest". Die avond hoorden de gasten iets op de deur kloppen. Omdat alle genodigden reeds…
Na zijn dood kwam de drossaard spoken in de gedaante van een grote hond. Met een pen achter de oren ging het dier dan in een hoekje zitten. Toen een geestelijke de drossaard wilde verbannen, sprak het spook: "In je studententijd heb jij ooit een…
Toen de koster terugkwam van de kermis in Gelinden, zag hij onderweg een grote hond. Toen de man bij de olm kwam, was de hond plots verdwenen. De hond was de geest van een overleden man die nooit naar de kerk was geweest.
Een vrouw wiens zoon een maand geleden was overleden, kreeg bezoek van haar buurvrouw, die zei: "Fien, de geest van je zoon hangt boven je huis. Ik heb een groot licht gezien". De volgende dag kwam er een schrijnwerker aangelopen, die helemaal…
Op het Poeteveld (?) in Neeroeteren liep een spook rond, dat voor negenennegentig jaar van het erf was verbannen. Wanneer die periode om was, zou het spook iedereen de nek komen breken.
Een man die twee of drie kleine kinderen had,was voor zijn zieke vrouw naar Scherpenheuvel geweest. Toen de vrouw dood was, ging de man naar Maastricht. Hij had die bedevaart destijds immers beloofd opdat zijn zieke vrouw zou genezen. In plaats…
In Beegd (?) hoorde men 's avonds bij de Maas altijd roepen: "Haal over! Haal over!" Een man was daar verdronken toen dichterbij kwam omdat hij meende het lichtje van de veerboot gezien te hebben.
Een dappere vrouw die in Kesselt als meid werkte, liet zich uitdagen om omstreeks middernacht een kruis op de kerkdeur te gaan tekenen. Toen het meisje die nacht het kruis had getekend en zich omdraaide, stond er een spook met een wit kleed voor…
Jan zonder Vrees zag 's nachts op het kerkhof altijd twee doden uit hun graf opstaan om met elkaar te vechten. Onbevreesd schoot Jan de spoken dood, zodat ze weer in hun graf gingen liggen.
Drie mannen die terugkwamen van de kermis in Zolder, wandelden door het Vogelsangbos. Eén van de mannen zei: "Frisse, geef mij je hoed eens, dan zal ik erin plassen". Een andere man was stiekem verdergelopen en stak zijn hoed van achter een struik…
De gestorven rentmeester van het kasteel van Vogelsang kwam in het bos bij de brug over de beek spoken met koets en paard. Omdat de mensen bang waren voor het spook, hebben de geestelijken het verbannen.
Neske B. was verliefd op een meisje dat een relatie had met iemand anders. Op een avond liet de vriend van het meisje zijn rivaal door twee handlangers doodslaan op de Planken Brug. Het dode lichaam van Neske werd naar het broek gedragen. Sinds…
Op Egelsberg tegenover Sint-Jansberg in Maaseik, lag het kasteel van Zilverkruus. In dat kasteel woonde vroeger een baron die zijn ziel aan de duivel had verkocht. Op zekere dag is het kasteel verzonken en is ook de baron in zijn paardenkoets in de…
Toen L. op een nacht naar Hasselt ging, zag hij onderweg een spook in de gedaante van een pastoor die hem in zijn nek blies. Dat spook kwam altijd uit de 'vishoek'. De man was zo geschrokken dat men hem een borrel moest geven.
In Mechelen - Bovelingen hoorde men 's nachts altijd lawaai in het kasteel. De poort ging vanzelf open wanneer de overleden graaf in een koets met vier paarden kwam aangereden.
De drossaard kwam na zijn dood elke nacht om twaalf uur de ramen opengooien. Uiteindelijk heeft men het spook met een schop aarde op een kar geladen, maar men is er niet in geslaagd het weg te brengen.
Op het Hobos spookte het. Een man die daar 's nachts bleef slapen, schrok toen om één uur alle ramen en deuren openvlogen. Dat was de geest van de drossaard geweest. Het spook was verbannen naar het brug tussen Eksel en Overpelt.
Een man en een vrouw hadden hun kind vermoord en het daarna opgegeten. Na die misdaad kwam het vermoorde kind op de zolder spoken met de woorden: "Mijn moeder heeft mij geslagen en mijn moeder heeft mij gegeten".