Blader door items (86 in totaal)

Trefwoorden: echtpaar, geluid, hart, hartkwaal, horen, inwonen, kamer, kermen, kreunen, kwaal, licht, lopen, man, moeder, pijn, schoonmoeder, voorzien, vrouw, weeklagen, ziek, zien

Trefwoorden: achterwerk, arts, blazen, boer, domheid, genezen, herhaling, knecht, koe, kwaal, mond, ogen, ontlasting, oog, scheelheid, slang, veearts, vies

Trefwoorden: aap, angst, beledigen, beloning, bewijs, bewijzen, bil, broodpap, echtgenote, formule, genezen, helpen, koning, kuil, kwaal, leugen, list, miereneter, papegaai, pijn, poep, schaamte, schande, schildpad, slimheid, spin, spreken, steenpuist, straf, tegel, toverformule, ziekte, zoon

Trefwoorden: arts, dokter, kom, kwaal, ongeluk, patiënt, vis, woordspeling

Trefwoorden: achteruit, angst, avond, bang, beest, boer, dapper, dood, dorsvloer, dragen, jong, kerkhof, kleding, kleren, kletsnat, klomp, klompen, kwaal, lopen, man, meisje, moedig, nat, onmogelijk, paard, plaagbeest, rug, springen, steven, uitspoelen, veulen, voetafdruk, voetstap, vriendin, wit, wonen, zeggen, ziek, zien, zweet, zweten

Trefwoorden: bloed, druppel, geneesmiddel, genezen, kat, kattenbloed, kwaal, medicijn, steenpuisten, ziekte

Trefwoorden: botje, doodsbeentje, dubbeltje, genezen, innemen, kerkhof, kwaal, medicijn, poeder, schraapsel, schrapen, steenpuist, vader, ziekte

Trefwoorden: arts, dokter, dubbelzinnig, etage, hart, hartkloppingen, huisarts, kwaal, lift, man, medicijn, middel, omhoog, opwekken, oud, remedie, seks, sex, trap, woordgrapje, woordspeling

Trefwoorden: genezen, griep, jaar, kruid, kwaal, medicijn, modder, rattekruid, sloot, vader, water, ziek

Trefwoorden: afkeuren, arbeider, behandelen, bezem, boerendochter, dienen, dood, gekhouden, gevangenis, goed, huwelijk, kwaal, leger, man, misdragen, nacht, nummer, ouders, paar, raadgeven, slapen, stel, toekomst, trekken, trouwen, tuchthuis, uitspoken, vader, verergeren, verkering, vertellen, voorspellen, waarzeggen, waarzegster, wegjagen, ziek, zwanger

Trefwoorden: aanbellen, aanreiken, achterdocht, adres, antwoord, antwoorden, avond, behandelen, betalen, bezoeken, boer, dokter, dood, ernstig, flesje, genezen, gesprek, geval, hele, helft, helpen, herberg, houden, kamer, knie, koopman, krijgen, kwaal, kwakzalver, last, licht, liegen, luiden, luisteren, man, meenemen, melken, mengen, mens, onderbreken, ongeluk, ongemerkt, openen, overeind, pijn, pis, praten, rekenen, rijden, stad, thuis, toegeven, turen, twee, uithoren, urine, verlaten, vertrekken, vier, vragen, vrouw, wagen, water, wiel, wonderdokter, wonen, zalf, ziekte, zitten