Een boer die zeker is dat de vrouwen overal de baas zijn gaat een weddenschap aan met een koopman die er een tegengestelde mening op nahoudt. De boer stelt zijn twee beste paarden in het vooruitzicht als de koopman het tegendeel zal kunnen bewijzen.…
Een bakker en een molenaar hebben onenigheid over wie van de twee de beste is. Ze roepen de hulp in van twee andere mannen om tot een antwoord te komen. De bakker verliest en moet de kosten betalen in koekjes.
Een knecht eet mosselen met zijn meester en kiest steeds de lichtste (slechtste) mossel, omdat hij het niet gepast vindt om de beste (gele) mossel te kiezen als hij met zijn meester aan tafel zit.