Een familie uit Opglabbeek liet de pastoor van Niel-bij-As komen omdat het spookte in de stal. Het 'spook' bleek een mot te zijn die rond de lamp fladderde.
In Beert stond een huis waar een dronkaard woonde. In het huis van die man spookte het. Bij zijn thuiskomst zag hij namelijk witte lakens fladderen. Toen de man de volgende dag zijn jachtgeweer ging halen, heeft het niet meer gespookt in zijn huis.
Enkele vrouwen onder wie een vermeende heks, waren aardappelen aan het rooien. Plots hoorden enkele van de vrouwen een gefladder. Alleen de klompen van de heks stonden er nog.
Op een slot woont een moeder met haar dochter Janneke en haar knecht Jan. Omdat Jan niet bijster intelligent is, houden ze hem graag voor het lapje. Als Jan met een paard naar de smid moet, springt het meisje, aangespoord door haar moeder, verkleed…