Iemand die bekend stond om zijn zuipen, vloeken en spotten werd eens met zijn hoofd omgedraaid gevonden. Hij was drie meter over de sloot gegooid. Dat was het werk van de duivel geweest.
Een violist die bij het dansen speelde werd 's nachts opgepakt en over de bomen gesmeten. Het zou de straf van de duivel zijn, omdat dansen zondig is. Na deze gebeurtenis ging de man pas de volgende ochtend naar huis.
Wyberen was een spotter, een gokker en een zuiper. Op een keer toen hij 's nachts uit de kroeg kwam, werd hij naar de andere kant van de weg gesmeten: dat was het werk van de duivel. Wyberen was doodsbang geweest.
Een stel mensen voer met de boot naar Groningen. Jan Petroalje was stomdronken en sloeg schuttingtaal uit. Plotseling stapte hij over de rand van de boot en viel in het meer. Het was nacht en er werd gezegd dat hij over de rand gesmeten werd, als…
Mensen die met de helm geboren waren, zagen later lijkstoeten. Ze gingen vaak in de nacht hun bed uit om te kijken. Wij moesten vroeger altijd oppassen om niet midden op de weg te lopen want dan kon je zomaar in de sloot geworpen worden.