Een jongen mag van zijn tante 's nacht niet langs een bepaalde weg, langs de molen, lopen, want het zou daar spoken, vooral bij volle maan. De jongen heeft er echter nooit een spook gezien.
Knecht van de molenaar heeft gehoord dat de gloeiige man op fluiten afkomt. Tegen de zin van de molenaar fluit hij drie maal, en de gloeiige man komt zo hard aanrennen dat ze net op tijd naar binnen kunnen gaan. De volgende ochtend is een zwart…