Bij een hovenier in Den Bosch spookt het; elke nacht ziet men een blauw vuurtje in de schuur. Als de hovenier op een dag zijn schuur opbreekt vindt hij onder de planken een schat. Vanaf dat moment spookt het er niet meer.
Een knecht heeft eens ruzie met de boer. De boer dreigt hem te lijf te gaan, en de knecht zegt: 'Ik ben voor de duivel niet eens bang, laat staan voor een boer. De duivel is maar een heel lullig klein mannetje: ik kan hem met een hele harde schop een…