Jan V.W. was een arme schoenmaker die had gevochten in de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland. Omdat Jan zo'n goede soldaat was, werd hij later aanvoerder van het Duitse leger.
Een vrouw werd geplaagd door haar ex-vriend die nog een halsdoek van haar had. De vriend stak met naalden in de halsdoek en in kaarsen. Iedere avond kon men de vrouw zien vechten tegen haar vriend die zich onzichtbaar had gemaakt.
Enkele mensen die in het donker uit een café kwamen, zagen enkele katten uit de dijk springen. De dieren begonnen te vechten en liepen dan snel weg. Het waren toveressen in de gedaante van katten.
De molenaar die op de Heimolen in Langdorp woonde, kon met zijn pet van bij de molen zijn huisdeur opengooien. Op een nacht kwam de molenaar samen met enkele vrienden terug van de kermis. Langs de weg stond een heer die deftige zwarte kleren droeg.…
Een man die altijd werd tegengehouden door een weerwolf, slaagde er op een dag in de weerwolf te doen bloeden. Het volgende ogenblik stond zijn beste vriend voor hem, die begon te huilen en zei: "Waarom heb je me nu toch doen bloeden? Nu moet ik…
Jan zonder Vrees zag 's nachts op het kerkhof altijd twee doden uit hun graf opstaan om met elkaar te vechten. Onbevreesd schoot Jan de spoken dood, zodat ze weer in hun graf gingen liggen.
De zoon van de familie Luys had zeventien jaar voor Napoleon gevochten. Op de dag dat de zoon terugkwam uit het leger, ging hij overnachten in zijn eigen huis zonder zijn identiteit bekend te maken. Toen zijn moeder en zijn zussen hem herkenden,…
Een man die 's avonds naar huis wandelde, werd aangevallen door een grote hond die uit de struiken sprong. De man heeft tegen de weerwolf gevochten voor zijn leven.
Een vrouw wiens echtgenoot in de tweede wereldoorlog was gaan vechten, ging naar een waarzegster in Jette om te weten te komen of haar man nog leefde. De waarzegster sprak tot de vrouw: "Je man leeft. Hij zal weerkeren. Je zal nog veel last met hem…
Een man die met zijn vrienden aan het kaarten was, zei: "Wie schoppenboer gooit, die moet een fles wijn gaan halen". Toen de vrienden beweerden dat dat niet kon, zei de man: "Als ik schoppenboer gooi, dan beloof ik dat die kaart een fles wijn zal…
Drie vrienden uit Wimmertingen gingen vaak naar Diepenbeek om te vechten. Op een zondag vertoefde het drietal zoals gewoonlijk in café 'Het Planken weike'. Toen de mannen om middernacht nog steeds niet de kans hadden gekregen om te vechten, sprak…
Een man die een tijdje in de zon had gelegen, voelde zich plots zo moe dat hij besloot in zijn bed te gaan liggen. Toen de man in ademnood wakker werd, beweerde hij dat iemand hem had vastgegrepen en dat hij had moeten vechten om zich uit de handen…
Bij de veldwachter in Schulen zaten altijd twee katten op de zolder te vechten. Op een nacht sloeg de veldwachter met zijn sabel een kat de poot over. De volgende dag was één van de buurvrouwen een arm kwijt.
Schoenmaker Frans was samen met een meisje naar Eigenbilzen gevlucht. Op een kerkhof in de buurt van Brugge zag het tweetal twee geesten met elkaar vechten. De geesten vertelden dat ze schulden hadden gemaakt en dat ze elke nacht van twaalf tot één…
Een pastoor moest iedere nacht een uur opstaan om door middel van gebeden tegen de duivel te vechten. Op 8 december en op 2 februari kon men 's nachts de kerkklokken horen luiden.
Een weerwolf viel alleen mensen aan die minder sterk waren dan hij. Toen een jongen een weerwolf had verwond met een stok, nam het beest zijn menselijke gedaante aan.
De leider van de bende van Bakelandt wilde niet vechten in het leger van Napoleon. Daarom verborg hij zich in de bossen van Houthulst en leefde daar van diefstal.
In de Hazebeekstraat spookte het. Iedere nacht liepen daar zwarte honden en een paard zonder kop rond. Van ver konden de mensen de dieren horen vechten.
Tijdens de oorlog van Napoleon tussen 1810 en 1814 moesten veel Vlaamse jongens gaan vechten in Rusland. Een man uit Kortrijk probeerde zoveel mogelijk mannen te overhalen om hun legerdienst te doen. Men beloofde de soldaten na hun terugkeer een…
Sint Joris was een soldaat die vocht voor het geloof. Hij heette eigenlijk Georgius. Het dorp waar hij vertoefde werd Sint-Joris-ten-Distel genoemd omdat Sint-Joris op een dag door twee rovers werd gevangen gezet in doornen en distels. Daarna werd…