Schooiers uit Loppersum waren op reis. Zij waren op zoek naar eten. Het eerste plaatsje was te min voor ze, het tweede had geen eten meer in de schuddel, het derde had ook geen eten meer en het vierde dorpje eindelijk wel. Vandaar de namen op…
Naast schooiers kwamen langs de deur ook parapludragers, scharenslijpers, zagentrekkers, koperteuten, zessiedragers, wannenlappers, zevendragers, stoelenmatters, mandenmakers, bezembinders, schilderijendragers, marskramers, liedjeszangers,…
Bij Mieke Roest kwamen veel schooiers, o.a. Zwarte Janus, die met zijn vrouw Hanne op een dag bij Mieke kwam vragen om verse koeiestront, omdat hij een zwerende duim had.
Door Doruske liep een streepke; hij liet zich door de kwajongens op zijn malse achterwerk slaan.
lied van Wieske Snuf, de schooier.
In 1898 stierf Doruske. Zijn buren Peer en Sjef draaien zijn andere buur Janus een loer, door de dode met kist en al…
In een slot woonde vroeger een schatrijke kerel. Schooiers bezochten hem vaak om iets te drinken te krijgen. Als ze uitgedronken waren, vroeg de man aan zijn 'gasten' of ze zijn vee wilden zien. In de stal bleken geen dieren aanwezig, alleen…