Kinderen worden bang gemaakt met witte wieven die in een kolk zitten.
Stem die zegt dat de plaats bestemd is, maar dat de man er niet is, wordt niet meer gehoord nadat een koets in de kolk is gereden.
Dwaallichten zijn zielen van ongedoopte kinderen, of engeltjes met lichtjes die kijken wie zoet is, en duivels met lichtjes om stoute kinderen mee te nemen.
De kinderschrik in Overijssel heet bullebak. Als afweer voor een nachtmare moet je klompen kruislings voor elkaar zetten. Je kunt ook een gebruikt broodmes door de manen van het paard.
Kinderen werden vroeger in Dalfsen bang gemaakt met de watersnaak. Deze trok iedereen die te dicht bij het water kwam erin. Er werd in dat gebied een paardenkop opgehangen als afweermiddel. Bij een heksenhuis moest men drie keer op de grond spugen…
Kinderen werden vroeger gewaarschuwd voor Ooszepik, die in het water verbleef. Als je alleen zwom of boven een put hing, zou hij je naar beneden trekken. Je kon hem ook tegenkomen als je alleen het veld inging.
De Sommeltjes op Texel woonden in een heuvel. Ze verrichtten arbeid voor mensen, en soms kwamen ze een ketel lenen om worst in te koken. Men kreeg de ketel dan weer geschuurd terug met twee worsten er nog in. Kinderen werden vroeger ook wel bang…
Als je een lelijk gezicht trekt en dan in de spiegel kijkt, komt de ijzeren hand. Als je stout bent en het is donker, dan komt de tientoon en de elfrib.