Dwaallichtjes waren zieltjes van kinderen die ongedoopt waren gestorven. Die kinderen kwamen spoken om na hun dood vooralsnog gedoopt te worden. Het was heel moeilijk om een dwaallichtje vast te nemen.
Stallichten waren de zieltjes van ongedoopte kinderen die ronddwaalden. In kasteel Ter Doorn zag men vroeger vaak glinsterende of vliegende stallichten. Wanneer men zo'n licht zag, moest men een kruisteken maken en daarna onmiddellijk zwijgend naar…
Men vertelde dat dwaaslichtjes de zieltjes van ongedoopte kinderen waren. Een man die te bang was om een dwaallichtje te dopen en naar huis liep, stelde de volgende ochtend vast dat er een hand in de deur gebrand stond.
Een ongedoopte jongen gooide een handvol as uit de kachel op de grond en toverde muizen. Nadat de jongen door het heilig paterke was overlezen, kon hij tot zijn grote spijt geen muizen meer maken. De jongen was daardoor zo verdrietig dat hij kort…
In Guigoven woonden enkele ongedoopte kinderen die uit aarde muizen konden maken omdat ze met de duivel omgingen. Nadat de kinderen door de pastoor waren gedoopt, konden ze geen muizen meer maken.
Boven de Kranewijer vlogen dwaallichtjes door de lucht. Dat waren zieltjes van ongedoopte kinderen. In het midden van de Kranewijer gingen de lichtjes weer naar beneden.