Venetië kondigde met deze woorden de oorlog met Maximiliano aan: 'Wij, de raad en het volk van Venetië kondigen Maximiliano de oorlog aan.' Maximiliano antwoordde hierop: 'Ga en voer hem zo gek als u hem aankondigt.'
Een gek, die hoorde dat er een groot conflict tussen de advocaten en de doktoren was over de voortgang, zei het vreemd te vinden dat ze over zoiets ruzie maakten, het is namelijk een oude gewoonte dat de dief voor en de beul achter gaat.
Op een rijksdag zei een vorst tegen sommige bisschoppen: 'Gaat voor, geschonden vorsten.' Daarop antwoordde één van hen: 'En volgt ons, geboren dwazen.'
Iemand zei tegen een ander dat hij een natuurlijke nabootsing van een dwaas was. De ander ontkende dit niet, maar zei het toch niet bij hem te kunnen halen, omdat hij een volkomen wezenlijke dwaas was.
Iemand, die een ander in een gezelschap belachelijk wilde maken zei blij te zijn dat er een zot in het gezelschap was. De ander zei hierop dat hij dan nog blijer zou zijn als hij wist dat er twee zotten in het gezelschap waren.
Toen een schoolmeester heel dwaas gekleed bij de heer De Groot aankwam, zei de heer tegen zijn knechten: 'Let goed op de windhonden, opdat ze die haas niet vangen.'
Als het gesneeuwd heeft, zegt een spotter tegen iemand: het is nu tijd om met de 'nar' te rijden (een soort arreslee). De ander zegt: ik neem er genoegen mee als u belletjes omdoet.
Vader en zoon reizen met een ezel. Ze krijgen kritiek van de mensen als achtereenvolgens de zoon, de vader en niemand op de ezel zit. Wat je ook doet, je doet het in de ogen van de mensen nooit goed.
Een ezel lacht een everzwijn uit en noemt hem zijn broeder. Het everzwijn doet net alsof hij niets merkt. Een wijs mens kan het beste maar geen aandacht schenken aan domme praat van een dwaas.
Een man mag drie wensen doen als hij het visje terug zet in het water. De man vraagt aan de vrouw wat ze wensen moeten. De vrouw wil in een mooi kasteel wonen. De man gaat naar het meertje en roept: "Visje, Visje Timperté, Botje, botje in de zee,…