Een vrouw die over het weggetje langs de Malebeek wandelde, hoorde plots lawaai. Vanop de muur van de pastorij zag de vrouw vurige paardenkoetsen met mooie muziek in de lucht vliegen.
Wanneer de mensen 's nachts mooie muziek hoorden, geloofden ze…
De oprichters van de bokkenrijders waren vrijmetselaars die geen rekening hielden met godsdienst. De leden van de bokkenrijders durfden niet meer naar de kerk te gaan.
In het Galgebos tussen Kerkhove en Elsegem kon men geroep en getier horen. Er was ook altijd veel wind. Mensen die 's nachts door dat bos liepen, kregen een bochel of een andere handicap. De mensen beweerden dat de overleden framassons in dat bos…
Wie lid wilde worden van de vrijmetselaars, moest 's nachts op een kruispunt gaan staan. Het begon dan te donderen en te bliksemen en even later verscheen er een heer, die in werkelijkheid de duivel was. Men moest dan met bloed uit de pols zijn…
Framassons die vijf frank in hun beurs hadden, konden altijd vijf nieuwe vijf nieuwe muntstukken krijgen. Om lid te worden van de vrijmetselaars, moest men ergens naar beneden springen met de gedachte dat men op messen sprong. In werkelijkheid sprong…
Een framasson die zijn ziel had verkocht aan de duivel, ging te rade bij de kapelaan toen zijn tijd verstreken was. De kapelaan besloot een speciale mis te doen om de framasson te bekeren. Op het huis van de framasson zaten allemaal zwarte kraaien en…
Twee bultenaars zagen op een avond in het Molenstraatje een tent staan. Er kwam een mooi meisje naar buiten, dat de bultenaars uitnodigde binnen te komen. De ene bultenaar ging naar binnen, maar de andere vertrouwde het zaakje niet en bleef buiten…
Een man werkte voor een liberaal uit Vichte die bij de vrijmetselaars was. De man moest van zijn baas ook pamfletten plakken om reclame te maken voor de liberalen. Een week na de verkiezingen ging de liberaal gezond en wel naar Brussel om er zijn…
Iedere donderdagnacht kwamen onzichtbare wezens voorbij. Dat waren framassons. Bij de vrijmetselaars moest ieder jaar één persoon vertrekken.
De vrijmetselaars leefden wellicht van de financiële steun van de rijkaards uit Diksmuide en Ieper.
Mensen die niet naar de kerk gingen en op een afgelegen plaats woonden, werden door de pastoors vaak vrijmetselaars genoemd. Dergelijke mensen werden dan verstoten.
In Torhout woonde een framasson, die ieder jaar naar Oostende moest gaan voor een bijeenkomst van de loge. Tijdens die bijeenkomsten werd telkens een persoon aangeduid die moest sterven. Op een dag is de framasson uit Torhout niet meer teruggekeerd.…
Een vrouw ging samen met haar man en haar twee broers naar Frankrijk. In Sintemenoul (Oise) hoorde de vrouw 's nachts mensen op klompen charleston dansen. Toen haar man ging vragen wat er aan de hand was, antwoordde de baas: "Jullie mogen daar in de…
In Ieper woonde een rijke bultenaar die lid was van de vrijmetselaars. De man bezat negenennegentig boerderijen. De bultenaar werd begraven in ongewijde grond. Op de begrafenis waren veel vrijmetselaars met witte stofjassen aanwezig. Toen men de…
De vrijmetselaars maakten muziek in de lucht. Een man die naar de markt was geweest en misschien een glaasje te veel op had, zag in de Neromstraat een mooie zetel staan. Omdat de man moe was, ging hij in die zetel zitten. Vervolgens werd de plaats…
Een framasson die op sterven lag, liet een pastoor komen. Er kwamen echter twee mannen uit Gent, die de pastoor niet in het sterfhuis wilden toelaten.
Wanneer het kruisbeeld tijdens de missie door zes mannen werd gedragen, riep de vrijmetselaar:…