Langs een smalle weg waar veel braamstruiken en boomstronken stonden, zat vaak een weerwolf die zich door voorbijgangers liet dragen. Wanneer men dan niet snel genoeg ging, stampte de weerwolf zijn slachtoffer tegen de kuiten.
Een jongen die met zijn vriendin naar de kermis ging, sprak onderweg tot het meisje: "Ik moet even een boodschap doen. Mocht er ondertussen een grote hond op je af komen, gooi mijn rode zakdoek dan naar zijn muil". Vervolgens kroop de jongen in een…
Bij de Deebièk vond men een stokje met daarop een brandbrief van de bokkenrijders. Op het weggetje van Heppeneert naar Wurfel moest men een bepaalde som geld leggen. Toen het geld op de afgesproken plaats lag, kroop een man in een boomstronk langs…
Op de Tingerhoeve had men een knecht die in een weerwolf veranderde. Toen de boer de halsband van zijn knecht in een boomstronk had gevonden, stuurde hij de knecht naar Maastricht, zodat hij de kans kreeg om de halsband te verbranden. Toen de…
Een boer die vond dat zijn knecht veel te lang in bed bleef, riep: "Vooruit, opstaan! Wanneer zal het veld anders bemest zijn?" "Het veld zal gauw genoeg bemest zijn", antwoordde de knecht. Op het veld duwde de knecht één hoopje mest uiteen en zei…
Op een boerderij in Dilsen werkte een knecht die een halsband bezat, waarmee hij zichzelf in een weerwolf kon veranderen. De knecht ging elke avond omstreeks dezelfde tijd naar de oude boomstronk waarin hij zijn band verborgen had. Toen de boer en…
Op 't Geneuth langs de Maas werkte een knecht over wie men wist dat het een weerwolf was. Op een dag werd de knecht met een kar stro naar Maastricht gestuurd. Ondertussen vond men de halsband van de knecht in een oude wilgenstronk. Op het ogenblik…
Drie mannen die geregeld samen naar Boekt gingen, zagen onderweg altijd een kat in een boomstronk zitten. Vóór het vertrek zei één van de mannen: "Als die kat nu weer in die boomstronk zit, dan zal ik ze eens een flinke afranseling geven!" Toen de…
Katrien B. was een heks. De vrouw ging wel naar de kerk, maar ze gedroeg zich vreemd en had een lelijk behaard gezicht. Katrien had haar heksenkunsten doorgegeven aan haar enige dochter. Daardoor kon het meisje muizen zonder staart maken door een…
Een wever beweerde dat hij met de duivel omging en dat hij al in de hel was geweest. Omdat de man over bijzondere krachten beschikte, kon hij uitzonderlijk goed weven.
De man woonde in een tweewoonst. Toen hij ruzie had met zijn buur, zei de wever:…
Een knecht moest 's ochtends met paard en kar bakstenen gaan halen. Hoewel de rit ongeveer vijf uur duurde, zat de knecht om zes uur rustig op een boomstronk; hij had het paard alleen met de kar weggezonden. Hoewel het paard de weg niet kende, is…
Weerwolven waren grapjassen die zich met een berenvel hadden verkleed. Een vrouw die door een weerwolf werd aangevallen, gooide haar zakdoek naar de muil van het dier. De volgende dag zag die vrouw een man die de vezels van de zakdoek nog tussen zijn…
Bij de stronk van een omgehakte notelaar danste iedere avond een doodkeers. De kinderen mochten niet naar die doodkeers wenken, want anders zou de teruggekeerde dode hen plagen.
Bij een boer werkte een knecht die 's avonds altijd wegging. De knecht ging dan op een boomstronk zitten en veranderde in een weerwolf. Op een dag had de boer zijn knecht naar de weide gestuurd, zodat hij ondertussen de halsband van de knecht kon…
Op een boomstronk zag men altijd een klein hondje zitten. Men wist niet waar het hondje vandaan kwam, want er was enkel een klein hol te zien. In de buurt van die boomstronk kon men bovendien geen enkele haas meer neerschieten. Op een dag vond men er…
Een grapjas had zich met een laken als spook verkleed en was in een wilgenstronk langs de weg gekropen. Twee voorbijgangers die het spook zagen, zeiden: "Kijk, daar in die andere boom zitten nog twee spoken!" Door die uitspraak schrok de farçeur zo…
Het O.L. Vrouwebeeld van Steps heeft men gevonden in een boomstronk. Ze werd er reeds vereerd toen de strijd tussen Brabant en Luik werd uitgevochten. Tijdens het gevecht hadden de Luikenaren het Mariabeeld meegenomen om het te beschermen. Toen de…
Een man die langs het broek naar huis kwam, zag iets dat leek op een boomstronk zonder schors. Daarop nam de man zijn spade en sloeg naar de verschijning die hij voor een spook hield.
In Opoeteren stonden veel vermolmde boomstronken waarvan sommige wel vijfhonderd jaar oud waren. Met de dikste boomstronk was echter iets vreemds aan de hand: niemand durfde er voorbij te lopen omdat het leek alsof de stronk iets herkauwde.
Een Duitse schaper uit Kruiseike sprak op een dag tot een jongen: "Ik ben een oude man, ik ga terug naar mijn streek. Als je wil, dan mag je mijn werk overnemen". De jongen wilde dat wel, op voorwaarde dat hij de boeken van de Duitse schaper ook…
In Sint-Kruis was een dreef waar veel boomstronken stonden. Toen een man door die dreef liep, zat er een vrouw op één van de stronken, die zei: "Ga hier stilletjes voorbij, want de dag is voor jou en de nacht is voor mij".