De Teuten communiceerden via een geheime taal die niemand kon ontcijferen. Ze trokken altijd rond om allerlei zaken te kopen. Zo kochten ze soms ook haar om pruiken te maken.
Dieven zouden tekens op gevels achter laten aan collega's om aan te geven of er wat te halen valt of niet. Het verhaal blijkt echter niet op feiten te berusten.
Dieven laten tekens voor elkaar achter met krijt op de gevels van huizen. De tekens kunnen onder andere betekenen: huis is al bestolen, niets te halen, bewoner met vuurwapen, hond aanwezig, onbewoond, vrouw alleen. Het verhaal over de tekens,…
Een agent stuurt een mailtje rond om te waarschuwen voor dieventekens. Een groep vrouwen zou deze na een voorverkenning aanbrengen, waarop een andere groep met behulp van deze informatie inbreekt.
Een dienstmeid en haar minnaar moeten elkaar altijd stiekem ontmoeten. Als hij aan de deur klopt zegt hij 'ik kom de meiboom planten' en weet zij dat het haar minnaar is. Een andere man hoort dit en weet zo bij de dienstmeid in bed te komen.
In de klas vraagt de juf om drie fruitsoorten op te noemen. Moos maakt een dubbelzinnige opmerking door te zeggen: "Zal ik mijn banaan eens in uw pruim peren?"