Kabouterwijfje haspelt 's nachts het gesponnen garen, terwijl ze niemand kwaad doet is iedereen bang voor haar vanwege haar lelijkheid. De kuil die haar woonplaats is geweest wordt haspelkuil genoemd.
Kaboutervrouwtje dat in een kuil woont, haspelt 's nachts het door de vrouwen gesponnen garen. Ze is waarschijnschijnlijk met de andere kabouters vertrokken, op bevel van de paus.